145
der «Buurt» van Lunteren en Meulunteren had verklaard,
dat het nimmer in het belang der «Geërfden» kon zijn, wanneer
de Markgronden werden verdeeld; toch ging van Lunteren
een krachtige stoot uit bij de totstandkoming van de Wet van
10 Mei 1886 betreffende de verdeeling van Markgronden en
toen in 1887 de vrijwillige verdeeling der «Buurt» werd ge-
eischt, werd op de Buurtspraak van 16 Mei 1887 met op één
na algerneene stemmen daartoe besloten; men wist immers, dat
bij weigering gerechtelijke verdeeling der Markgronden zou
moeten volgen.
Laat ons dus hopen, dat de Regeering spoedig gevolg zal
kunnen geven aan het verzoek der Koninklijke Nederlandsche
Landbouwvereeniging en dat binnen korten tijd den
«economisch tragen» ten spijt deze gewichtige agrarische
hervorming tot stand moge komen.
T. Polêe.
IN- EN OVERSCHRIJVING.
Nagenoeg algemeen wordt sedert jaren de behoefte gevoeld
aan een herziening van de ordonnantie op de overschrijving van
vaste goederen en de inschrijving van hypotheken (Ind. Stbl. 1834,
n°. 27). De onzekerheid te bespreken, die omtrent zoovele punten
bestaat, laten wij liever over aan meer bevoegde personenalleen
zij het ons vergund daaromtrent te verwijzen naar de Indische
rechtspraakgeen aflevering van het Tijdschrift van het Recht,
bijna geen nommer van het Weekblad, kan men opslaan, of
daarin worden aangetroffen uitspraken omtrent dit onderwerp.
Opmerkelijk is het verder, hoe ook de rechterlijke colleges onder
ling omtrent de toepassing van het recht bij deze punten verschillen.
Zooals reeds eerder opgemerkt, de overschrijvingsordonnantie
dateert van het jaar 1834, toen hier nog van kracht was het
Oud-Hollandsch recht. Bij de interpretatie van die ordonnantie
moet dan ook naar dat recht te rade worden gegaan. (Arrest
van het Hof d.d. 4 October 1894 I. W. v. h. R. n°. 1637).
Datzelfde recht is hier bijna sedert 70 jaar afgeschaft. Zou dit