147 En wat de deur dicht deed, de Staten-Generaal weigerden den post voor de jaarlijksche bezoldiging der hypotheekbewaarders toe te staan! Gelukkig ook hebben in den loop der tijden de voorstanders der positieve stelsels meer en meer veld gewonnen, wat o.a. duidelijk gebleken is in de vergadering der Nederlandsche Juristen- vereeniging in 1893. Wel werd op die vergadering de vraag of het negatieve stelsel omtrent den eigendom van den grond be hoort te worden verlaten, ontkennend beantwoord, doch uit het verhandelde kon worden opgemaakt, dat men algemeen de ge breken van het zuiver negatieve stelsel is gaan inzien en dat men voor een wijziging was van dit stelsel in de richting van het positieve. Welke plaats nu het Indische stelsel inneemt te midden der overige, positieve en negatieve stelsels, zal uit het onder volgende blijken. Negatief noemt men een stelsel, indien iemand, al is zijn rechts- auteur ingeboekt, nog geen tegenover ieder ander onaantastbaar recht vermag te geven, al is hij zelfs te goeder trouw. Die rechtsauteur moet niet alleen ingeboekt, doch ook nog eigenaar zijn! Bij het negatieve stelsel, dat ontleend is aan het Romein- sche recht, geldt dan ook de regel: «niemand kan meer recht overdragen dan hij heeft», met als gevolg van dit rechtsbeginsel «niemand kan buiten zijn toedoen door de daad van anderen zakelijk recht verliezen». Men kan dus geen eigenaar worden van een niet-eigenaarook in de derde en verdere hand kan de oorspronkelijke eigenaar zijn goed doen uitwinnen, behoudens de verjaring natuurlijk. In een positief stelsel is dit geheel anders. Is de rechtsauteur ingeboekt, dan is men, mits zelf ook geboekt, onaantastbaar ge rechtigde tegenover ieder ander dan den rechtsauteur. Uitwinning in de derde of verdere hand heeft in dit stelsel dus nooit plaats. Ter voorkoming echter van berooving van den ouden, waren eigenaar, welke alsdan in de plaats zou treden van de uitwinning, heeft men hierbij het ambtenaarsonderzoek, dat zich moet uit strekken tot het nagaan van de juistheid van den titel. Dit onderzoek gaat aan de inschrijving vooraf. Tusschen deze beide stelsels bestaan natuurlijk overgangsvormen, die nader zullen worden behandeld.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1915 | | pagina 151