153
De vermoedelijk te onteigenen eigendommen worden, mei hunne kadastrale
nommers en de namen hunner in de registers van het kadaster aangeduide
eigenaars, duidelijk aangewezen.
Art. 14. Nadat de stukken bij het departement zijn onderzocht, ge
schiedt de eindelijke aanwijzing der perceelen, welke onteigend moeten
worden, door aanhaling van de plans of kaarten, waarop die perceelen
nauwkeurig zijn aangewezen, en vermelding van hunne kadastrale nommers
en de namen der in de registers van het kadaster aangeduide eigenaars".
7. Successiewet van 13 Mei 1859, art. 10. „Zij die eene na
latenschap, hetzij enz., erven zijn verplicht, ten kantore enz., bij schriftelijke
memorie aangifte te doen van
i°. den aard en de waarde van al wat door het overlijden wordt ge-
erfd of verkregen.
Met opzicht tot de onroerende goederen enz. moet worden opgegeven
a. de gemeentewaarin zij zijn gelegen, de sectie en het nommer van het
kadaster.
Art. 11De erfgenamen enz. van onroerende zaken enz. nagelaten
door iemand die geen ingezetene van het Rijk was, doen, bij schriftelijke
memorie, aangifte van den aard, de ligging, de sectie en het nommer van
het kadaster dier zaken enz".
Wanneer men het K. B. van 8 Aug. 1838 uitschakelt uit over
weging dat: iK. B. ter uitvoering der wet (B. W.) geen leiddraad
«kunnen opleveren voor den rechter in de uitlegging der wet.»
(Zie verslag Staatscommissie van 1867 blz. 365 en 112), dan blijkt
dat in het B. W. en in het W. v. B. R. gesproken wordt van:
aanduiding der goederen naar aanleiding van de kadastrale
mdeeling»zonder meer, terwijl de andere wetten meer specifi-
ceeren en spreken van, om nu maar dadelijk de verstgaande
specificatie te nemen, zooals die in de N. W. voorkomt, van op
gave van gemeente, sectie en nommer 1uaaronder elk perceel in de
schrifturen van het kadaster bekend is.
Er is dus verschil, maar omdat de stukken waarvan in de
art. 1219, 1231 en 1233 B. W. wordt gesproken notarieel moeten
worden opgemaakt, hebben we alleen rekening te houden met
de bedoeling van art. 37 N. W. Met de woorden elk perceel
kan dunkt mij niets anders bedoeld zijn dan, «elk perceel waar-
«omtrent eenigerlei overeenkomst van verkoop enz. of vestiging
«van hypotheek zal worden aangegaan, zooals dat op het terrein
«in zijn grenzen is gelegen». Een complex van kadastrale per-