en waarvan een model naast mij ligt, met de eigendomsgrenzen
in krachtige en de andere grenzen in dunne zwarte lijnen,
geeft andere inzichten en nieuwe denkbeelden, ze werkt stimu-
leerend, zoo zelfs dat het een voorrecht mag worden geacht, dat
in mijn systeem minuutplan en bijblad intact blijven en de hulp-
kaarten naar de bestaande voorschriften moeten worden bewerkt,
ook daarom, dat dit als een rem zal werken tegen overdrijving
in tegengestelde richting als thans wordt gehuldigd en zal be
waren voor vallen van het eene uiterste in het andere.
Ik wil niet treden in een beoordeeling van het geheele plan
van den heer Boer, dat o.a. ook eene wijziging in de hypothecair-
kadastrale boekhouding medebrengt, alleen over ééne zaak echter,
die mijn voorstel raakt, moet ik wel spreken. De heer Boer
stelt den eisch: «vermelding van gedeelten van eigendomsnommers
«in akten van overdracht of hypotheekstelling is niet geoorloofd
«dan na ambtelijke opneming ten koste van den eigenaar»,
(blz. 12).
Bij wetswijziging zooals ik voorstelde behoeft die eisch, voor
akten van overdracht, gelukkig niet te worden gesteld, de ervaring
opgedaan bij talrijke metingen vóór den verkoop, doen mij naar
zulk een voorschrift niet verlangen. Hoe aanlokkelijk het denk
beeld in theorie moge zijn, het faalt in de praktijk en zal ons
het doel een betrouwbare bijhouding niet in zijn vollen
omvang doen bereiken. Overal waar geen goed onderhouden
natuurlijke grenzen bestaan, maar slechts palen geplaatst, gaten
gegraven of kielspitten zijn aangelegd, beschouwen partijen te
lande deze kenteekenen slechts als voorloopige. Eerst wanneer
het huis is gesticht, de ontginning wordt aangevangen of de
perceelen voor de cultuur worden aangelegd, wordt overgegaan
tot het aanbrengen van een definitieve afscheiding, bestaande dan
meestal in hek, heg of sloot. Met de plaatsing daarvan wordt
dan wel ongeveer rekening gehouden met de voorloopige ken
teekenen, maar daarvan wordt afgeweken zoodra de belangen
van den huizenbouw of van de cultuur dit noodig maken en dat
is meestal het geval.
161
Bij abuis sprak ik in Grensbep. IV van grijze lijnen. Het model zal op aan-
vraag gaarne aan belangstellenden ter inzage worden gezonden.