182
waren nog niet geheel voltooid, toen hij werd geroepen om de
leiding op zich te nemen bij de hermeting der gemeenten Noord-
wolde (1878) en Wolvega (1884), gelegen in de grietenij
W est-Stellin gwerf.
Het is vooral gedurende dit hermetings-tijdvak, dat een vrij
belangrijk aantal der oudere landmeters, die ten behoeve
hunner verdere vorming gedurende den voor hermetingswerk-
zaamheden bestemden termijn hunner adspiranten-periode bij
deze hermetingen werkzaam werden gesteld, in nauwere betrekking
tot den heer Gombault kwamen te staan, die hunne nog wankele
schreden had te leiden, langs de interessante banen der kadastrale
hermetings-techniek. Velen verwijlen nog gaarne in gedachte bij
deze «Sturm- und Drangperiode» hunner jongere jaren, waarin
de meesten slechts zagen het wazig verschiet eener rozige toe
komst, slechts enkelen zich bogen onder den ernst van het leven.
Sedert 1895 werkzaam gesteld bij den ambulanten dienst te
's-Gravenhage, werd de heer Gombault met ingang van
1 November 1901 benoemd tot ingenieur-verificateur van het
kadaster in de 7® divisie te Amsterdam, waarop in 1906 zijne
benoeming volgde tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.
Met onverdroten ijver en noeste werkkracht bood de heer Gom
bault het hoofd aan de velerlei eischen, welke de omvangrijke
dienst in 's Lands hoofdstad hem stelde, totdat een plotselinge
dood hem den 29 Augustus 1915 aan gezin en werkkring ontrukte.
Groot is steeds zijne belangstelling geweest in het Vereenigings-
leven en met moed en overtuiging stond hij vaak pal voor de
belangen van het kadaster. Gedurende de periode 18931896
was hij lid van het bestuur en van 1900 1903 zelfs Voorzitter
onzer Vereeniging.
Naar aanleiding van eene verhandeling van den heer Boer
over de juridische en technische grondslagen van een rechts
geldig kadaster opgenomen in de Economistvan het jaar 1881
werden door den heer Gombault in vereeniging met den heer
Engelmann in het jaar 1888 een 5-tal stellingen met toe
lichtingen ter bespreking op de Algemeene Vergadering van
dat jaar aangeboden, die ook nu nog voor ons als de mijlpalen
zijn, langs den moeielijken, doch steeds zoo hoopvol door ons
bewandelden weg bij ons streven naar beter.
Voor verdere bizonderheden verwijzende naar de jaargangen