197 Meetstaaf 4 X Meter 27391,85 mikron (Bakhuyzen); ==4 x Meter 27392,19 mikron (Wildeboer); 4 X Meter 27—391,48 mikron (Dieperink); en gemiddeld bij o°: Meetstaaf 4 X Meter 27—391,84 mikron. Het grootste verschil van de drie uitkomsten bedraagt 0,71 mikron, en uit eene berekening, gegrond op de uitkomsten, door de verschillende waarnemers, onder verschillende omstandigheden verkregen, kan men de te vreezen middelbare fout der einduitkomst, voor zoover deze van de verrichte metingen afhangt, op omstreeks 0,2 mikron of een twintigmillioenste van de totale lengte stellen. Behalve van de metingen hangt echter de einduitkomst ook af van de gebruikte waarden der uitzettingscoëfficiënten van meter en meetstaaf, en het is bezwaarlijk te schatten hoe groot de onzekerheid is, die hierdoor wordt verkregen. Voor de berekening van de lengten der zijden van ons driehoeksnet moet men de lengte van de gebruikte meetstaaf kennen ten opzichte van de lengte van den te Parijs bewaarden internationalen meter, waarin ook de zijden der driehoeksnetten der aangrenzende landen zijn uitgedrukt; hiertoe is dus het verschil in lengte van den meter 27 en van den inter nationalen meter noodig. Dit verschil kan worden afgeleid uit de waar nemingen door de heeren Bosscha, Oudemans en Stamkart te Parijs verricht en zoo men de hieruit berekende waarde gebruikt, verkrijgt men voor de lengte van de meetstaaf in internationale meters: Meetstaaf 4 X internationale meter 357,2 mikron. Eene dergelijke betrekking tusschen de lengte van de meetstaaf en die van den internationalen meter had men, vóór onze basismeting meermalen te Sèvres (Pavilion de Breteuil) direct bepaald, en de beide laatste malen daarvoor gevenden: 1911 Sept.Oct. 4 X internationale meter 358,4 mikron. 1913 April 4 X internationale meter 349,1 mikron.1) welke uitkomsten schijnen te wijzen op eene groote verandering in de lengte van de staaf, en het was juist deze verandering, welke ons aan leiding gaf te Delft de vergelijking van de meetstaaf met onzen meter 27 te verrichten. Het blijkt nu evenwel, dat onze uitkomst zeer goed sluit met die van de metingen te Sèvres in 1911, doch een groot verschil vertoont met die van de metingen in April 1913. Eene directe vergelijking te Sèvres was dus zeer wenschelijk, en de heer Benoit, directeur van het Bureau international des poids et mesures te Sèvres heeft, nadat de comparator aldaar weer geheel in orde was gebracht, met groote bereidwilligheid, door zeer uitgebreide waarnemings- In het verslag van de Akademie van Wetenschappen staat abusievelijk 348,7.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1915 | | pagina 203