De Voorzitter, de Heer A. N. Hamelberg opent de verga
dering te 10.45 met de volgende woorden:
M. H.
Misschien hebt U reeds bij U zeiven de opmerking gemaakt
dat de agenda van deze vergadering niet veel bevat en dat de
vrees door sommige leden geuit dat de Vereeniging geheel op
zal gaan in de persoonlijke belangen der ambtenaren, thans reeds
bewaarheid wordt. Wijt het evenwel niet aan het Bestuur. Wij
hebben getracht aan het eind dezer vergadering een actueel
onderwerp op de agenda te plaatsen, maar door verschillende
omstandigheden hebben alle uitgenoodigde sprekers bedankt.
Het is U bekend dat verschillende wetsontwerpen aan den
Raad van State zijn verzonden en met groote belangstelling zien
wij de publicatie van het ontwerp Grondbelasting tegemoet, dat
misschien in den kadastralen dienst ingrijpende wijzigingen zal
brengen.
Het 2e deel van het Rapport der Staatscommissie voor de
Herziening der Wetgeving op de Registratie enz. zal naar men
ons heeft medegedeeld reeds dit jaar in druk verschijnen en ik
vestig uwe aandacht in het bizonder op die gedeelten van het
ontwerp die ons dienstvak betreffen.
Een droevig verlies heeft onze Vereeniging onlangs geleden
door het overlijden van den Heer C. W. Gombault. Jarenlang
was de Heer Gombault een der meest bekende leden onzer
Vereeniging; van 1900—1903 was hij Voorzitter en hij is steeds
geweest een warm verdediger van het kadaster met bewijskracht».
Uit den aard der zaak heeft het Bestuur dit jaar weinig kunnen
doen in het belang van ons dienstvak, daar de aandacht der
Regeering zoozeer in beslag werd genomen door andere belangen.
Als vervolg op het jaarverslag kan worden meegedeeld dat het
Bestuur nog geen audiëntie heeft verkregen ter verdediging van
ons request van 9JUÜ1915. Wij verwachten thans evenwel spoedig
daartoe gelegenheid te hebben, terwijl de Vereeniging van Hoofd
ambtenaren van het Kadaster beloofd heeft, dit request zooveel
mogelijk te steunen.
Met een hartelijk welkom tot U allen open ik deze vergadering.
De Secretaris deelt mede dat bij hem is ingekomen een schrij ven
van den Heer Mr. C. F. J. Gombault met dankbetuiging aan
111