215
lezen dat o. a. de afd. Zutphen 14 leden telt. Als ik nu verslag
moest uitbrengen over den toestand der afd. Zutphen, dan zou
dit moeten beginnen aldus:
Het aantal leden onzer afdeeling bedraagt thans 12, vergeleken
met het oorspronkelijke cijfer 14 is dus een vermindering van
het ledental met 2 te constateeren. Daar een lid K. en L. niet
tegenstaande zichzelf, lid van een afdeeling wordt, wanneer deze
bij meerderheid van stemmen wordt opgericht, was 't aantal oor
spronkelijk 14. Juist tengevolge 't ontstaan der zelfde afdeeling
telt ze thans nog slechts 12 en de Vereeniging K. en L. mede
2 leden minder.
Zooals in 't jaarverslag op pag. 167 te lezen is, zond't Bestuur
K, en L. den 14 Juni aan alle leden afdrukken van een ontwerp-
rekest met memorie, waarbij voor enkele hervormingen met be
trekking tot ons dienstvak de aandacht der Regeering werd ge
vraagd, met verzoek aanmerkingen of bedenkingen tegen den
inhoud vóór 1 Juli ter kennis van den secretaris te brengen en
tevens was hieraan toegevoegd een opwekking om deze stukken
in de af deelingen te behandelen.
Aan deze opwekking werd gehoor gegeven o. a. door de
afdeeling Zutphen en wel van dien aard, dat, onervaren als wij
waren inzake afdeelingsvergaderingen en derzelver omvang, we
den eersten avond met de behandeling niet gereed kwamen en
er nog een aan moesten toevoegen.
Er waren nogal bedenkingen tegen sommige gedeelten en
daaromtrent werden voorstellen gedaan.
«De door de afdeelingen voorgestelde wijzigingen betroffen
vrijwel uitsluitend den vorm van de memorie van toelichting»,
zoo leest men verder in 't jaarverslag.
Dat 't Bestuur de toevoeging van een 3 tal punten, nu te be
handelen onder punt g van de agenda der 2e vergadering niet
overnam, kunnen we ons voorstellen, 't Argument daarbij in
't jaarverslag genoemd, is voldoende.
Maar verder vind ik niet alle voorgestelde wijzigingen van
zoo ondergeschikt belang, dat ze voor louter kennisgeving moesten
worden aangenomen.
Wat te denken b.v. van een onveranderd handhaven van het
derde der beginselen, waarop de opleiding gebaseerd zou moeten
zijn om in de toekomst over in alle opzichten goed gevormd