personeel te kunnen beschikken, «waarvan het percentage ««minder
bruikbaren»» zoo gering mogelijk zij,» vond 't Bestuur noodig
er bij te voegen.
Door de afdeelingen Arnhem en Zutphen werd onafhankelijk
van elkaar het onder 3 geredigeerde als beleedigend geacht voor
andere takken van dienst, waarom werd voorgesteld 3e aldus te
lezen: «De eigenlijke opleiding geschiede aan een inrichting van
Hooger Onderwijs. De zeer uitgebreide geodetische wetenschap
eischt voorbereiding op breeden grondslag».
Behalve dat 't krenkende voor andere dienstvakken hierdoor
was weggenomen, werd door vermijding van 't woord «universi
taire» de moeielijkheid o'pgelost, onder welke der 5 faculteiten:
godsdienstwetenschap, rechtsgeleerdheid, letteren, geneeskunde of
wis- en natuurkunde onze «faculteit» te rangschikken.
Ik constateer dus 't volgende:
Vroeger deed 't Bestuur ook daden, memoreerde, rekestreerde
en zond den leden daarvan den inhoud toe en het werd dikwijls
ongemakkelijk ter verantwoording geroepen op de algemeene
vergadering, omdat de leden zóó niet den minsten invloed konden
doen gelden; ons tegenwoordig bestuur zal zich dit ongetwijfeld
herinneren.
En nu worden we in afdeelingen opgeroepen en opgewekt tot
bespreking, we houden min of meer kostbare afdeelingsvergade-
ringen, we zullen betalen meer contributie, we hebben 2 dagen
algemeene vergadering. Dit beteekent dus voor de belangstellende
leden minstens verdubbelde onkosten en 't resultaat wat we nu
zien, is een futiele redactiewijziging of een naamvalsverandering
in een verschijnende memorie.
M. de V. Indien dit 't succes is van de instelling «afdeeling»
dan moet ik zeggen, dat de voordeelen niet opwegen tegen de
bezwaren, welke ze meebrengt en voor 't oogenblik is nog slechts
achteruitgang tengevolge 't geringer ledental te constateeren.
Aan 't verslag van onzen actieven secretaris afd. Zutphen,
wanneer deze zegt: «de levendige debatten op die vergaderingen
«hebben de levensvatbaarheid van het instituut «afdeeling» be-
«vestigd» zou 'k nog willen toevoegen, dat op onze laatste af-
deelingsvergadering ter bespreking van de agenda der algemeene,
weliswaar mede door omstandigheden, maar toch niet geheel daar
door, alleen 't Bestuur aanwezig was.
2 16