De Heer Poleê verklaart op de desbetreffende vraag van den
voorzitter de benoeming aan te nemen.
De voorzitter deelt mede dat de Heer P. J. Hamelberg hem
heeft gezegd eene eventueele herbenoeming te zullen aannemen.
Punt d.
Op de groslijst voor de benoeming van een voorzitter komen
voor de namen A. N. Hamelberg en W. Verhoeven.
De voorzitter noodigt de Heeren Kreeftenberg en Iwema uit,
het stembureau te willen vormen.
Uitgebracht worden 31 stemmen, waarvan 16 op den Heer
Verhoeven, 13 op den Heer Hamelberg, en 2 in blanco, zoo
dat gekozen is de Heer W. Verhoeven.
De Heer Verhoeven is door zijne verkiezing tot voorzitter
zeer verrast. Hij kan niet oogenblikkelijk verklaren of hij de
benoeming al of niet aanneemt en verzoekt de beslissing te mogen
aanhouden tot het einde der vergadering.
Punt e.
De Heer van Riessen bepleit namens den Heer Bonté die
niet aanwezig kon zijn de wenschelijkheid om niet altijd in
Amsterdam te vergaderen, dat voor vele leden niet gemakkelijk
te bereiken is. Hij ontkent niet dat de hoofdstad op vele leden
aantrekkingskracht uitoefent maar ziet op de vergaderingen liever
25 leden die om de zaak komen, dan 50 leden die om Amsterdam
komen. Hij stelt Utrecht voor.
De heer Mulder acht Amsterdam meer geschikt.
Bij stemming verklaren zich 25 leden voor Amsterdam, 5 voor
Utrecht en 1 voor Rotterdam, zoodat de algemeene vergadering
in 1916 zal worden gehouden te Amsterdam.
De voorzitter schorst hierop de vergadering tot half twee.
Punt f.
De Heer de Korver leidt de gestelde vraagpunten in met de
volgende woorden:
M. de V., Mijne Heeren.
In de eerste helft van het jaar 1914 heeft het bestuur op twee
achtereenvolgende bestuursvergaderingen ernstig en uitvoerig be-
220