»Ruilverkavelingswet» door een Minister werd verontschuldigd met de tegenwerping: »de direct belanghebbenden hebben er nog niet om gevraagd». En dat terwijl toch het nut en de groote oeconomische beteekenis van een Ruilverkavelingswet door niemand ooit bestreden is, en terwijl toch de uitvoering van deze wet geen belangrijke finantieele offers vragen zal. Kunnen wij dan verwachten dat de verbetering van het Kadaster, de vernieuwing van het Kadaster op deugdelijken grondslag, ooit zal tot stand komen zoolang de grondeigenaren zélf niet met klem aandringen op deze hervorming? En laten we eens aannemen dat het toeval ons bijzonder gunstig zou willen zijn, dat er is of komt een Minister van Financien die persoonlijk zóóveel voelt voor het Kadaster, die zóó innig over tuigd is van de groote beteekenis van een goed ingericht Kadaster, dat hij ons verrast met de indiening van eene Kadasterwet. Eene Kadasterwet die ons zou brengen de zoolang gevraagde verplichting tot en regeling van de delimitatie, benevens eenige andere noodzakelijke maatregelen, die ons in 't kort zou brengen alles wat ons hart, althans op dit gebied, begeert. Nemen we verder eens aan dat de gedurende ruim 30 jaren door onze ver- eeniging gevoerde actie zooveel heeft weten te bereiken, dat in de beide Kamers der Staten-Generaal eene meerderheid te vinden zou zijn die de ingediende Kadasterwet zou aannemen. Gelooft men dan nog dat er ooit op de Staatsbegrooting een eenigszins belangrijk bedrag zal worden uitgetrokken voor ver nieuwing van het kadaster, zoolang van de zijde van het publiek niet een sterke drang daartoe komt? Onzes inziens bestaat daarop niet de minste kans! Wil alzoo onze vereeniging krachtig voortgaan met werken voor de verwezenlijking harer idealen dan zal het zaak zijn om te trachten steun te vinden bij het pzibliek. Het is toch werkelijk geen onredelijke eisch als wij aan het publiek vragen ons in ons streven te steunen. Want, het kan met trots gezegd worden, de hervormingen die wij gedurende zooveel jaren bepleiten vragen wij niet in ons eigen belang, maar uitsluitend in het algemeen belang. Niet in ons eigen belang. Velen onzer die thans een kalme, aangename werkkring hebben in de grootere plaatsen waar kadasterkantoren gevestigd zijn, zal eene huivering bekruipen als 223

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1915 | | pagina 229