237
weldigen rekenarbeïd, welke daarvoor werd gevorderd. Groote
tafels, waarin de goniometrische functiën van een hoek soms tot
op 15 decimalen waren berekend, zagen het licht en reikhalzend
zag men uit naar middelen ter vereenvoudiging van de omvang
rijke becijferingen; de behoefte aan de nog onbekende logarithmen-
tafels werd dus alom gevoeld.
De practische toepassing van de grondgedachte van Stifel
danken we nu aan twee mannen: Joost Bürgi x552 1632)
een Zwitsersch horloge- en instrumentmaker aan het hof van
landgraaf Wilhelm IV van Hessen te Kassei, op wiens sterrewacht
hij astronomische waarnemingen deed en verder aan Napier van
Merchiston Castle.
Bürgi berekende tusschen de jaren 1603 en 1610 zijne Anth-
metische und Geometrische Progress- Tabut en», die echter eerst
in 1620, dus 6 jaar na het verschijnen van de tafel van Napier
in het licht werden gegeven, tot groote ergernis van Kepler,
die hem verwijt, dat hij «het pas geboren kind aan zijn lot heeft
overgelaten, inplaats van het ten algemeenen nutte op te voeden.»
Zijne tafel was eene zoogenaamde antilogarithmentafel, waarin
men bij bepaalde met gelijke tusschenruimten op elkander volgende,
geheele getallen, die als logarithmen dienst doen, de getallen of
zoogenaamde «numeri» opgegeven vindt.
Aan Napier ook bekend door zijn regel ter berekening
van den rechthoekigen boldriehoek en de zoogenaamde Nepersche
analogieën danken wij echter de eerste practische logarithmen-
tafel, al was het dan ook nog alleen maar voor de goniometrische
functiën; aan hem ook danken wij zoowel het decimcialteeken als
het woord logarithmendat door hem het eerst werd gebruikt
op het titelblad zijner tafel luidende: Mirifici Logarithmorum
Canonis Description of «Beschrijving van den wonderbaarlijken
Canon der Logarithmen», welk werk zooals boven reeds werd
gezegd in het jaar 1614 verscheen.
Vóór dien tijd gebruikte ook Napier steeds de uitdrukking
numeri artificiales-> in plaats van logarithmen. Op de tafel van
Napier volgde reeds in 1624 die van den Oxfordschen hoogleeraar
Briggs voor het grondgetal 10 in 14 decimalen en zijn tafel
werd weder in 1628 gecompleteerd door den Gouwenaar Adriaan
Vlacq; diens tafel in 10 decimalen is weder de grondslag ge
worden van alle latere tafels, zooals de «Thesaurus Logarithmorum