27 De taak van den landmeter voor de bijhouding der kaarten na 1820, bestond uit twee deelen, nl. uit de opmetingen voor de grondbelasting van stichtingen, verbouw, ontginning, droogmaking enz. en voor wat betreft de wijziging in den eigendom uit de opmeting van de nieuwe grenzen, welke ontstonden, wan neer van een kadastraal perceel een of meer gedeelten in andere handen overging, waaronder ook de meeste groote terreinsver anderingen vallen. Wanneer van den beginne af aan de bijhouding zich ook had uitgestrekt tot de aanmeting van alle cultuurgrenzen, die door transacties grenzen van zakelijke rechten werden, dan mocht men gerust zeggen, dat thans een vrij bevredigende toestand zou bestaan wat betreft de mogelijkheid om grensbepalingen van wege het kadaster te verrichten. Lange jaren na 1820 heeft de landmeter de bijhouding der plans verricht in zeer groot vertrouwen op hun juistheid. Dat ging soms zoover dat, wanneer bijv. een lang perceel (zie fig. 8) in zes kavels door verkoop was verdeeld, dan mat hij van 5 daarvan de lengten, dus van a naar b en van c naar d, kaarteerde c de i 1 cc 6 daarmede de nieuwe kavelgrenzen in de kaart en berekende de grootten van de kavels door uitpassing van de berekenings factoren van de kaart, zonder zich te vergewissen door meting van ac en bd of de kavels op de kaart wel hun juiste breedte hadden, noch, door meting van bf en de, dat ook de overschietende kavel n°. 6 zijn juiste lengte op de kaart had bekomen. Dat vertrouwen werd geschokt door vooruitstrevers, die gingen doormeten. Daarbij werden fouten gevonden in de kaarten, die aanleiding gaven tot doormeten naar verderop gelegen scheidingen, totdat het verschil over soms vele perceelen kon worden verdeeld. Zoo ontstonden de herzieningen van de kaart, die nog allengs werden uitgebreid en ten slotte, door overdrij ving van de waarde van precies sluitende kaarten, pathologisch ontaardden, hetgeen Fig. 8. T 1 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1915 | | pagina 27