Daartegen helpt geen nauwkeurigheid bij de opmeting van cultuurgrenzen, die komt er zelfs door in een eenigszins verdacht licht te staan. Indien het toch een eigenaar van om het nu maar eens heel eenvoudig te stellen van twee aan elkaar grenzende kadastrale perceelen te een of ander tijd belieft om de tusschen- gelegen cultuurgrens enkele meters te verleggen, dan wordt die verlegging niet opgemeten en de kadastrale kaart blijft ongewijzigd. Verkoopt hij later één dier perceelen dan bestaat de grootste kans, dat degeen die de akte opmaakt, niets van de verlegging gewaarwordt of bespeurt en aanneemt, dat een geheel kadastraal nommer is verkocht. De nauwkeurige meting van de cultuurgrens is dan van nul en geener waarde meer, het ware voor partijen zelfs beter dat ze niet bestond. Wanneer toch de aangrenzende eigenaren of hun rechtverkrij genden in later jaren een klein verschil van meening krijgen over hun grens, zooals bijv. kan voorkomen bij het plaatsen van een schuur of ander gebouw wat dicht op die grens, dan raadplegen ze allicht even het kadaster en dan komt de landmeter met ge gevens, wel is waar zeer nauwgezet verzameld, maar voor partijen van geen waarde hoegenaamd, eerder geschikt om hevig conflict te veroorzaken dan om het kleine verschil van meening te beslechten. In dergelijke gevallen, en deze zijn zeer talrijk beschikt het kadaster over en, wat erger is, handhaaft het gegevens, die een toestand aangeven, naar omstandigheden langer of korter tijd vóór den verkoop bestaan hebbende, terwijl het over den toestand tijdens den verkoop geen gegevens heeft en die te bezitten daarop juist komt het aan. Wanneer de landmeter weet, dat het gaat om een grens tusschen perceelen, die vroeger in één hand zijn geweest, dan doet hij 3i «kad. perceelen die niet tevens eigendomsgrens zijn worden min of meer verplaatst «al naarmate de eischen van de cultuur of andere invloeden dit meebrengen, op het «oogenblik, dat zulk een grens door een koopakte eig. grens wordt, stemt hare plaats «dus niet meer overeen met die op de kaart, zonder dat kooper of verkooper dit «vermoeden. De meerdere of mindere nauwkeurigheid waarmee deze scheidingen «worden opgemeten, heeft weinig invloed op de waarde van het Kadasterwant «worden zij later door akten tot eig. grenzen dan kunnen zij op het terrein «reeds lang weder verplaatst zijn, en daar het bewijs van het tegendeel ontbreekt, kan aan de meting gecnerlei bewijskracht worden toegekenden door den heer C. W. Gombault in het bekende Praeadvies (K. L. 1900 - 128 en 129).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1915 | | pagina 31