3»
KOLONIAAL VERSLAG 1914. (SURINAME.)
Hoofdstuk P.
6. Opmeting en m Kaart brengen van Domeingronden, enz.
Nadat plannen tot reorganisatie van het domeinwezen waren goedge
keurd, werd met ingang van 1 Mei 1912 de technische afdeeling van het
domeinwezen (opnemingsbrigade van Suriname) opgericht. Zij werd ge
huisvest in eene gehuurde benedenwoning.
Van de op het domeinkantoor aanwezige instrumenten en van die, welke
overgenomen konden worden van den beëindigden aanleg der spoorwegen,
kon een voldoend aantal bruikbare of bruikbaar te maken instrumenten
verkregen worden om in de eerste behoefte te voorzien. Wat daaraan
nog ontbrak werd plaatselijk aangemaakt.
Slechts één landmeter stelde zich beschikbaar voor eene plaatsing bij
de opnemingsbrigade; deze kon, na eene voorbereiding van drie maanden,
met ingang van 1 September 1912 geplaatst worden als topograaf-landmeter.
Eveneens werd, na het afleggen van eene teekenproef, medio Juni 1912,
een klerk-teekenaar in dienst genomen.
Ten einde te voorzien in de onaangevulde plaatsen werden na het
afleggen van eene teekenproef twee oud-leerlingen en een toehoorder der
ambachtsschool, die volgens den directeur dier school het beste waren in
wiskunde, in opleiding genomen voor topograaf en teekenaar.
Aan dien leergang nam ook deel de klerk-teekenaar, eveneens oud
leerling der ambachtsschool.
Na eene opleiding van zes en negen maanden werden aangesteld met
ingang van 1 April de klerk-teekenaar tot topograaf en een leerling tot
klerk-teekenaar en met ingang van 1 Juli de twee andere leerlingen tot
topograaf.
In December 1912 werd eene oproeping gedaan, waarbij drie jonge
lieden werden gevraagd, geschikt en genegen om voor gouvernements-
rekening eene opleiding te ontvangen bij den driejarigen leergang tot
opleiding van topografen voor den topographischen dienst in Nederlandsch
Indië.
Aan die oproeping, welke den 15 Maart werd gesloten, gaven 16
jongelieden gevolg. Twee daarvan moesten afgewezen worden wegens te
jeugdigen leeftijd. Van de veertien overigen werden negen afgekeurd
wegens lichaamsgebreken. Drie van de vijf overblijvende voldeden, na
afgelegd examen, aan de gestelde eischen en vertrokken met de boot
gelegenheid van 2 Mei via Nederland naar hunne bestemming (Magalang).
Een tweede landmeter werd met ingang van 1 December bij de op
nemingsbrigade in dienst gesteld, meer in het bijzonder voor het verrichten