44
culum» in zijne beweging wordt medegevoerd. Toch blijkt
tusschen de beide «energie»-vormen «magnetisme» en «elec-
triciteit» een innig verband te bestaan. Een in een draaibaar
verticaal vlak circuleerende electrische stroom richt dit vlak steeds
zoo, dat de opgaande stroombaan «Westwaarts» en de neergaande
dus Oostwaarts van de verticale draaiingsas komt te staan;
worden meerdere stroombanen naast elkander gelegd en aldus
tot een spiraalvormig lichaam vereenigd («solenoïde»), dan stelt
de lengteas van dit spiraalvormig lichaam zich derhalve in de
richting Noord-Zuid, of liever in de richting van den «aard-
magnetisehen meridiaan», terwijl tevens eene «Noovd» ^n
eene «Zuidpool» optreden en eene binnen de windingen dezer
spiraal gelegde ijzeren staaf magnetische eigenschappen ver
krijgt.
Bij de «solenoïde» zijn echter' de «polen» geheel aan de
uiteinden gelegen, terwijl bij «staafmagneten» de polen zich
wel op korten afstand nabij, doch niet geheel aan de uiteinden
bevinden.
Van af de Noordpool der solenoïde gezien beweegt de
daarom circuleerende stroom zich dus in tegengestelden zin
van de wijzers van een uurwerk en daar de ongelijknamige
polen van magneten en solenoi'den elkander aantrekken, volgt daar
dus uit, dat de op het Noorderhalfrond der zich als een
magneet gedragende aarde voorkomende pool eigenlijk
een Zuidpool is en dat de om de aarde circuleerende electrische
stroomen dus in tegengestelde richting en derhalve van het Oosten
naar het Westen zouden zijn gericht, indien de massa verdeeling
in het inwendige en het beloop der continenten en oceanen aan
het oppervlak der aarde, den toestand niet in belangrijke mate
wijzigden.
Blijkt hieruit dus de nauwe verwantschap tusschen «magnetisme»
en «electriciteit» de electronen theorie beschouwt het magnetis
me als eene kracht in den ether, loodrecht gericht op de bewegings
richting der electronen er volgt tevens uit hoe de electrische en
daarmede de magnetische toestand der aarde beïnvloed kan worden
door de buiten haar in de hemelruimte zich bevindende massa's,
welke «inter astraal» magnetische invloed zich bijv. openbaart
in periodieke schommelingen van korteren of langeren duur
der aard-magnetische elementen en die, wanneer zij optreden in