5°
«dissociatie» verkeeren en toch wijst de verdubbeling der
lijnen van het spectrum der kernen van de zonnevlekken, welke
volgens het verschijnsel van Zeeman uit de aanwezigheid van
een magnetisch veld moet worden verklaard er op, dat dit ook
daar aanwezig moet zijn.
Ook de maan, die overigens als een bijna geheel «inert»
lichaam moet worden beschouwd, waarop dus slechts nog vrij
geringe veranderingen plaats vinden, laat haren invloed gelden
op het magnetisme der aarde; deze invloed is echter zoo gering,
dat zij practisch in den regel wel verwaarloosd kan worden.
Evenals bij «eb en vloed» openbaart zich ook in dit gevai
de invloed der maan in half-dagelijksche perioden, zoodat dus de
«minima» en «maxima» telkens in tusschenpoozen van 6 uren
op elkander volgen; voor Philadelphia bedraagt de amplit udo
der schommelingen van de magneetnaald onder de werking der
maan ongeveer o',6, terwijl zij te Batavia volgens de onder
zoekingen van Dr. van der Stok slechts een bedrag van ruim
o',l bereikt.
Volgens Dr. van der Stok is de amplitudo der schommelingen
vrijwel omgekeerd evenredig met de derde macht van den
afstand van de maan tot de aarde; voor Batavia werd voor de
verhouding bij «perigeum» en «apogeum» gevonden: 1,234,
terwijl uit den afstand der maan op deze tijdstippen volgt:
(1,07)3= b225, dus eene bijna volkomen overeenstemming.
Trouwens dat ook bij de Zon naast de alles overheerschende
dagelyksche periode waarbij de amplitudo der magneetnaald
voor Nederland in den winter 4',3 bedraagt om in den zomer
tot 9',2 te klimmen, terwijl deze cijfers voor Batavia resp. 2',5
en 4',2 bedragen ook eene jaarlijksche periode bestaat, zou
wellicht op verband met veranderingen in den afstand kunnen
wijzen; de aarde gaat echter reeds in Januari door haar
«perihelium».
De magnetische as eener naald, welke zich vrijelijk om haar
zwaartepunt kan bewegen, stelt zich in evenwicht in de richting
van het magnetische veld der aarde; deze richting maakt in
den regel een hoek met den horizon en op het noorderhalfrond
is de Noordpool der naald dus benedenwaarts gericht.
De «magnetische meridiaan» van eene plaats is het vlak
dat gaat door de richting van het magnetische veld; de