is, wordt dus op deze wijze het bedrag der totale intensiteit ontbonden in drie onderling loodrecht op elkander staande richtingen, welke men de geographische componenten noemt. Zooals wij boven reeds hebben gezien, zijn de aardmagnetische elementen niet alleen in hooge mate afhankelijk van den momen- teelen magnetischen toestand der aarde als integreerend deel van het zonnestelsel, doch de groote afwijkingen der magneet naald tijdens aardbevingen, waarvan het «epicentrum» dikwijls op grooten afstand van de plaats van waarneming is verwijderd, leeren ons ook, dat elke massaverplaatsing op aarde storingen veroorzaakt van de aardmagnetische elementen; terwijl deze verder in hooge mate worden beïnvloed door de nabijheid van meer of minder «attractorische» massa's. Alle stoffen toch worden door een magneet - als hij slechts sterk genoeg is óf aangetrokken óf afgestooten; de eerste noemt men paramagnetisch» en deze stellen zich tusschen de polen van een sterken hoefmagneet axiaal»terwijl de tweede, die zich tusschen de polen van den magneet aequatoriaah stellen, «diamagnetisch worden genoemd. Tot de «paramagnetische» stoffen behoort in de eerste plaats het ijzer, dat in sommige zijner verbindingen (Magneetijzer Fe O Fe2 03, Magneetkies 6 Fe S, Fe2 S3, etc.) zelfs permanent mag netisch is evenals «nikkel» en «kobalt» en verder platina, palladium, baryt, dioptaas, toermalijn, olivien, granaat, enz.; ook de «zuurstof», in een glazen buis besloten en opgehangen tusschen de polen van een magneet, stelt zich axiaalen is dus «paramagnetisch» en deze eigenschap der zuurstof houdt wellicht weder verband met de vrij snelle afneming der magnetische intensiteit op grootere hoogten, tengevolge van de mindere dichtheid der lucht in de hoogere lagen der atmospheer. Cyaniet (Al2 03, Si 02) is dikwijls zelfs zoo sterk polair magnetisch in de richting van de kristallographische hoofdas, dat een straalvormig kristal van dit mineraal in een papieren schuitje aan een cocondraad opgehangen, zich dadelijk met één der uiteinden naar het Noorden richt en even als een stalen magneetnaald «declinatie» en «inclinatie» vertoont. Kristallen van «Tinsteen» (Sn 02), het eenige «tinerts» dat 59

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1915 | | pagina 61