74
al dikwijls kwam het echter voor, dat excentrisch moest worden
opgesteld, omdat de «signaalsteen» niet ijzer vrij bleek te zijn.
De stations van den 2s rang, op afstanden van 18 K.M. van
elkander gelegen, dienden dan weder ter opneming van grootere
magnetische gebieden, terwijl die van den je rang op onder-
lingen afstand van 10 K.M. de meer gedétailleerde op
neming der storingsgebieden ten doel hadden. Ook voor
deze stations werden zoo mogelijk de trigonometrische punten
der «Landesaufnahme» gekozen.
In het «net» waren tevens opgenomen het observatorium te
Klausthal en het Marine-observatorium te Wilhelmshaven
terwijl verder nog enkele punten van den m rang als hoofd
stations werden gekozen, waarop later herhalingsmetingen
plaats zullen moeten vinden, ten behoeve van het onderzoek naar
de grootte der seculaireveranderingen; /««/^-observatoria
werden verder ingericht te Ober-Jagerhof bij Straatsburg, te
Kornthai bij Stuttgart in verband met het tengevolge van
den aanleg van electrische stratenbanen onbruikbaar worden van
«München» en den grooten afstand van «Potsdam» te Skassa
bij Grossenhain in Sachsen en te Apfelbach-Brücke ten
Noord-Westen van Darmstadt.
Sommige dezer hulp-observatoria waren toegerust met
Eschen hagensche, «Variometers» met «k wartsdraden-
ophanging» ter bepaling van de «declinatie» en de «hori
zontale intensiteit», terwijl te Apfelbach-Brücke van den
«aardindu ctor» gebruik werd gemaakt ter bepaling van de
«inclinati e».
De opnemingen te velde werden gedaan met een magneti-
schen reis-theodoliet van Hechelmann te Hamburg,
waarvan de limbus was verdeeld in V30, terwijl «schatmicros-
copen» verder eene aflezing toelieten tot op o',2de kijker was
centrisch gerichtdoch naar den rand der alhidade verschoven,
zoodat het midden van het instrument voor het «declinatorium»
vrij blijft en zoowel het trigronometische richtpunt als de
spiegel van de «declinatiemagneet» dus in dezen kijker kan
worden ingesteld. De inclinatie werd gemeten met behulp van
Zie hierover «Kwarts in mededinging met Invar» in Tijdschrift voor K. en L.
XXX, (1914) pag. 261.