76 Limburg niet mede werd opgenomen, daar dit geschikter bij eene magnetische opneming van België plaats kan hebben. Bij de declinatie waarnemingen werd het astronomische azimuth naar de Zon bepaaldeerst werd eene «magnetische» waarnemingsreeks verricht, daarna eene volledige reeks Zons- waarnemingen en daarna weder eene reeks «declinatie» waar nemingen. De omstandigheden vooral momenteele bewolking, etc. noopten echter soms om van dezen regel af te wijkenhinderlijk was ook nog al eens de wind, daar windvrije dagen in Neder land zeldzaam zijn en er dus in den regel voldoende beweging in de atmospheer is, om de naald ietwat onrustig te maken, vooral ook in verband met den slappen bodem van een groot deel van ons land, waardoor eene stevige opstelling van in strumenten en waarnemingstent nog al eens bemoeielijkt wordt. De horizontale-intensiteit werd bepaald zoowel door de- flectie»- (af wij kings-) als door Vibratie»- (Slinger-) waar nemingen; eerst werd eene reeks «Slinger» - waarnemingen gedaan, dan twee reeksen «afwijkings»-waarnemingen, met de deüectie-magneten op 30 en 40 c.M. afstand van de «naald» en daarna weder eene reeks slingerwaarnemingen. Bij de «inclinaties-waarnemingen werd eene nieuwe methode gevolgdde «naald» werd te velde niet «omgemag- netiseerd», doch de correctie daarvoor later te Utrecht be paald en in rekening gebracht. Dit is echter alleen met goed gevolg toe te passen voor een land zoo klein als het onze, waar het «basis-station» dan ten overvloede nog ongeveer midden in is gelegen, daar hierbij de «intensiteit» als eene functie optreedt, waarmede op grooteren afstand rekening zou moeten worden gehouden. Voor de tij dopnemingen werden twee uitmuntende Chrono meters van Schmidt gebruikt, die zorgvuldig aan het Astro nomische Observatorium te Utrecht waren vergeleken. Sommige stations moesten om bizondere redenen meermalen worden bezocht, terwijl van enkele de uitkomsten later moesten worden verworpen, omdat blijkbaar locale of toevallige storingen in het spel waren; verworpen werden de uitkomsten te Maars- bergen, Zutphen, Etten-Leur en Oosterhout, verder Goor, Almeloo I en Oldenzaal I, ook Zwolle, Wolvega en enkele

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1915 | | pagina 78