I 77 meer, terwijl volgens de vriendelijke mededeelingen van Dr. van Rvckevorsel, eenige voorzichtigheid moet worden betracht ten opzichte van de gegevens betreffende Nijmegen (ook Esschen), waar de waarnemingen blijkbaar op zéér locaal «gestoord» terrein hebben plaats gehad. In tabel «C» zijn de uitkomsten voor een 152 tal stations opgenomen, herleid op het tijdstip 1891,0, zoowel wat de «de clinatie», als de «horizontale intensiteiten de «inclinatie» betreft en zoo gekozen, dat voor ieder «kadaster-kantoor» de gegevens op meerdere punten beschikbaar zijn; de ligging der overige stations blijkt uit de bijgevoegde kaart. Tabel A. Seculaire Variatie der Magnetische Elementen. Utrecht 1891 14 37,1 2,6 6.0 7.4 5,6 5.8 4.5 6.1 4,4 4,1 4.4 3.9 5.1 4.5 4.2 4.3 5,2 6.2 6.3 8,3 7.5 9,0 9.6 10,— 10- 67 15 0,18354 0,4377 0,4746 92 34,5 14 376 77 47 93 28,5 12 398 77 48 94 21,1 10 416 74 46 95 15,5 7 435 69 42 96 9,7 4 448 62 36 97 5,2 98 13 59,1 2 487 61 37 de Bilt 1899 54,7- 2 502 66 41 1900 50,6 66 57 508 49 26 01 46,2 54 524 44 23 02 42,3 52,8 547 45 24 03 37,2 51,4 556 41 21 04 32,7 49,2 561 35 15 05 28,5 48,5 560 32 13 06 24,2 53,3 569 51 31 07 19,0 49,9 559 37 17 08 12,8 47,2 551 26 07 09 6,5 47,7 546 26 07 10 12 58,2 46,5 541 21 02 11 50,7 45,4 540 11 04698 12 41,7 46,5 537 20 0,4701 13 32,1 46,4 519 15 0,4696 14 (22, 47 50 12 92) 15 (12 47 48 08 88) Magnetisch Obser vatorium. Jaar. Dec (V O linatie Vest) Afne ming. Inclinatie (Noord) Horizon tale Intensiteit in C.G.S. Verticale Intensi teit in C.G.S. Totale Intensi teit in C.G.S.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1915 | | pagina 79