«7 van onzen Oost-Indischen Archipel, den «.gordel van Smaragd», die zich ter breedte van 150 en ter lengte van omstreeks 450 dus over eene uitgestrektheid van niet minder dan gedeelte van den omtrek der aarde langs den evenaar slingert. Een voorstel tot het doen van een voldoend aantal bepalingen, waarvan de uitvoering geacht kan worden te liggen binnen het bereik der beschikbare krachten van het Magnetische Obser vatorium te Batavia, werd daartoe in 1903 aan het Gouver nement gedaan, waarna de middelen werden verstrekt om gedurende de jaren 1904—1907 de daarvoor noodige reizen te kunnen volbrengen. De opnemingen werden verricht door Dr. W. van Bemmelen met uitzondering van die gedurende de beide laatste tochten (Zuid- en Oost Borneo en Zuid- en Oost Celebes), welke door den luitenant ter Zee F. H. Sta ver man, Onder-directeur van het Observatorium werden gedaan. In de jaren 1874—1877 was onze Archipel ook reeds opge nomen door Dr. van Ryckevorsel; de onzekerheid betreffende het bedrag der seculaire variatie» maakte het evenwel ietwat bezwaarlijk de uitkomsten van deze opneming tot op onzen tijd te herleiden, doch omgekeerd waren zij weder van onschat bare waarde om deze veranderingen zelf grondig te leeren kennen, waarbij dan verder ook nog dienst konden doen de uitkomsten der waarnemingen, welke in 1847 1849 door den Engelsman Elliot op talrijke plaatsen in onzen Archipel waren verricht. De waarnemingen van Dr. van Bem melen werden gedaan met eenen nieuwen «theodoliet-magnetometer» N°. 94 van Elliot-Brothers en een «dnclinatorium» N°. 36 van Barrow, van welke instrumenten de «constanten» ten opzichte van de standaard-instrumenten te Weltevreden waren bepaald. Eene afzonderlijke vermelding verdient hierbij de door Dr. van Bemmelen ontworpen inrichting om de «inclinatienaald» om te magnetiseerenhet daarvoor vervaardigde apparaat bestaat uit een kistje (24 X 16 X '4 c.M.) wegende slechts 6 K.G., waarin zich een accumulator bevindt van de lichte soort, zooals bij automotoren in gebruik zijn, met 2 cellen en verder een draadklos, waarin van buiten af een houten laadje kan worden

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1915 | | pagina 89