8 den eigenlijken lichtbak zijn geplaatst op eene hoogte van 50 c.M. gerekend van het midden van het kousje. Door de groote hoeveelheid warmte van het verbrande gas is het natuurlijk niet mogelijk de lampen onder het glas te plaatsen, zoodat nimmer door welke reflector ook, alle stralen verticaal op het glas kunnen worden terruggeworpen. Ten einde de warmte-afvoer te bevorderen, is in de houten kast K boven elk der lampen een zinken buis aangebracht, waardoor de verbrande gassen dadelijk naar boven stijgen, terwijl de daarbij ontstane vrij sterke zuiging tevens in lichtbak en kast voortdurend frissche lucht aanvoert, waartoe bij den grond gaasroosters zijn aangebracht; bovendien is de bovenzijde der kast door zinken platen P zoodanig afgesloten, dat lucht, doch geen licht kan uit treden. De ruiten R en Rx kunnen dus slechts verwarmd worden door teruggekaatste warmte-stralen, daar de verbrandingswarmte geheel wordt afgevoerd. Het deurtje Daan beide zijden aangebracht, (op de doorsnede geprojecteerd aangegeven) geeft toegang tot de lampen, die echter voorzien van dagbrander, door eene zeer eenvoudige onderlinge verbinding van buiten de kast kunnen worden aan- en uitgetrokken. De bodem van den lichtbak G bestaat uit eene gebogen plaat, waarvan de vorm voldoet aan den eisch, dat in het vlak der dwarsdoorsnede invallende lichtstralen, verticaal worden terug gekaatst. Het vlak G werd gevernist en dadelijk bedekt met mat staniol (zilverpapier). Overigens is de geheele lichtbak, zoo mede de kast beneden het vlak van het kopieerglas, mat wit gelakt. Bij den spiegel te Goes werd bovendien het vlak G en het voorvlak S verplaatsbaar aangebracht. Nu de meest gunstige stand is bepaald, is dit voor het vervolg een vrijwel overbodige weelde. De reflector T is vervaardigd van gebogen blik, in den vorm gehouden door een raam van dun staafijzer en beslaat nagenoeg de geheele breedte van den spiegel. De beide lampen gaan door daartoe aangebrachte openingen, daar de reflector is omgebogen tot vóór de lampen, teneinde directe (ongunstig invallende) licht stralen op R terug te houden en nuttiger te gebruiken. Proeven, genomen met de, in den handel verkrijgbare, paraboolkappen (autosit en geëmailleerd) voldeden niet, terwijl het vervaardigen van twee kappen, naar eene opgegeven doorsnede, volgens mede- deeling van den aannemer, te kostbaar zou zijn geworden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1915 | | pagina 8