88 geschoven. In dit laadje is eene gleuf, waarin de «inclinatie naald» kan worden gelegd en nu is het voldoende den stroom gedurende een onderdeel van eene seconde te sluiten om de «naald» om te magnetiseeren. Deze methode is veel handiger, sneller en veiliger dan het gebruikelijke bestrijken der naald met groote hulpmagneten. Verder bevat het kistje eene schijf met lange soepele geleidings draden, waarop twee draad win dingen zijn bevestigd, onderling tegenovergesteld gewonden en ieder van een drukcontact voor zien; deze «solenoïde» dient om de slingeringen van den «Colli- matormagneet» zoo noodig te dempen, zoodat ook daarvoor geen hulpmagneet, die altijd een gevaar voor storing van het «magnetische veld» medebrengt, behoeft te worden gebruikt. In het kistje wordt verder een klein electrisch handlampje van 4 «Volt» medegevoerd om bij donker weer en zoonoodig ook des nachts de verdeelde cirkelranden af te kunnen lezen, wat nog al eens noodig kan zijn bij de beperkte scheepsgelegenheid naar en het korte oponthoud op verafgelegen en dientengevolge weinig bezochte plaatsen. Hoewel ten behoeve van de «declinatie» waarnemingen h.et astronomische azimuth in den regel naar de zon werd be paald, moest bij deze nachtelijke waarnemingen dus gebruik worden gemaakt van de een of andere ster of planeet. De Chronometers werden veelvuldig gecontroleerd, zoo bijv. te Garoet door telegraphische vergelijking met «Batavia», te Soerabaja en Singapore met behulp van den «tijdbal» en verder op talrijke plaatsen door middel van waarnemingen met den reflectie-cirkel. De horizontale intensiteit werd bepaald zoowel met behulp van de «vibratie» als van de «deflectie» - methode en de inclinatie in den regel door middel van 3 of 4 naalden. Merkwaardigerwijze werd bevonden, dat de «agone» welke volgens de magnetische kaarten der Britsche Admiraliteit voor het jaar 1900 nog 1400 K.M. ten Westen van Atjeh zou moeten liggen, in 1904 over deze landstreek liep. Dat de seculaire variatie hier in een tal jaren 2° zou hebben bedragen is niet aan te nemen, zooals trouwens ook uit de waarnemingen op naburige plaatsen blijkt, terwijl evenmin kan worden gedacht aan locale afwijkingen onder den invloed

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1915 | | pagina 90