8g
van magnetisch gesteente ter plaatse. Voor de inclinatie
bedraagt het te Atjeh gevonden verschil zelfs 3" en Dr. van
Bemmelen is dan ook van oordeel, dat deze verschillen
waarschijnlijk zullen moeten worden toegeschreven aan de om
standigheid, dat bij het opmaken van de Engelsche kaarten
geene recente gegevens voor deze omgeving beschikbaar waren,
hoewel dit ten opzichte van de «declipatie» wel ietwat eigen
aardig lijkt.
Ofschoon op de groote «stoomers» niet tot op gradennauw
keurig kan worden gestuurd, moet toch eene onzekerheid in
de declinatie van 2°, dat is dus op 100 mijlen 3V2 mijl af
wijking, vooral bij het aanloopen van zeeëngten als straat
«Malakka» ietwat bedenkelijk schijnen.
Tabel I).
Seculaire Variatie der Magnetische Elementen voor Batavia.
24
0,3670
0,2152
0,4254
33
70
66
61
40
69
75
65
48
71
89
74
55
71
99
79
02
69
0,2208
83
09
68
17
86
12
4
66
20
86
16
66
27
90
21
4
4
4
67
33
93)
25
67
39
97)
29
68
46
0,4300)
33
68
52
04)
1
0
00
58
55
54
52
51
50
49
48
(47
(46
(45
(44
2
3
1
2
TT
30
31
Declinatie (Oost)
Afne
ming
atie (Zuidl
Horizon
Verticale
tale
Totale
Toene
intensiteit
intensiteit
Intensiteit
ming.
in C.G.S.
in C.G.S.
in C.G.S.
Q
0
7
Q
7
7
7
Q
0
K
Dr. W. van Bemmelen. Magnetische opneming van Ned. Oost-Indië (Natuur
kundig Tijdschrift voor Ned. Indië, Deel LXIV, 1904—1905).