zijdelingsche druk dus wel steeds angstvallig zal worden vermeden.
Het aanbrengen van eene zwaardere spiraalveer, waardoor zoo
veel wrijving tusschen de samenstellende deelen der coulissen-
inrichting zou kunnen worden opgewekt, dat ook bij vrij sterken
druk geene verschuiving van de dekplaat mogelijk zoude zijn is
ook daarom niet gewenscht, wijl dan de draden der stelschroeven
van deze theodolietjes onder spanningen komen te staan, waartegen
zij niet bestand zouden blijken te zijn.
De drievoeten der instrumenten N°. 855 en 856 werden niet
van deze coulisseninrichting voorzien, doch van de oudere con
structie met schuif- en draaibeweging.
Het onderzoek betreffende de randverdeelingsfouten dezer
12 theodolietjes had plaats met behulp van de sub II omschreven
installatie, door het meten van een hoek van rond 2 3in 40
standen van den rand, verdeeld over 4 reeksen.
In de ie reeks werd in elk der standen cp o, 20, 40 180?de
hoek gevormd door de vizierlijnen der beide collimatoren in heen-
en teruggang dubbel gemeten, wat daarna in omgekeerde volg
orde in de standen 180, 160, 140 o® nog eens werd herhaald.
In de 2e reeks had hetzelfde plaats voor de standen 5, 25,
45 185^, voor de 3e reeks in de standen 10, 30, 50 190^ en
eindelijk in de 4e reeks in de standen 15, 35, 55 - 195^.
Elke randstand leverde dus twee waarden en /2 eener
dubbele hoekmeting en tevens twee verschillen vx en v2 tus
schen de enkele hoeken dezer dubbelmetingen. De waarden ftx,
pi, i>\ en z>2 werden berekend in het waarnemingsregister,
doch daarna overgebracht naar het tabellarisch overzicht, dat
wij hierboven sub I reeds als tabel I hebben leeren kennen.
Daar bij de instrumenten van den tegenwoordigen tijd zooals
wij aan het slot van afd. I reeds hebben gezien het onregel
matige deel der verdeelingsfouten in den regel een belangrijk
deel van de totale fout uitmaakt, loont het bij kleinere instrumenten
niet de moeite, om afzonderlijk rekening te houden met het
periodieke gedeelte.
De berekening der middelbare fouten wordt daardoor zeer ver
eenvoudigd en kan in een overzicht als tabel I geheele afsluiting
vinden wanneer daaraan slechts de noodige kolommen worden
toegevoegd voor x2, vx2 en v22, zooals dat in tabel II is gedaan
b Zie pag. 87.
IOI