hij zich verdienstelijk door zijne medewerking bij de voorbereiding van de Nederlandsche West-Indische Tentoonstelling in 1899 te Haarlem in het Koloniaal Museum gehouden. De «Algemeene Inleiding» van den Catalogus dezer tentoonstelling werd door Loth geschreven; hij behandelt daarin de ligging, begrenzing en grootte der kolonie en geeft verder een overzicht van de opbrengsten zoowel van de landbouw- en boschproducten als van de goudindustrie. (Zie pag. 715 van den Catalogus). Vele der tochten van Loth stonden trouwens in verband met de ontwikkeling der goudindustriede door hem getraceerde wegen hadden dikwijls ten doel om betere verbindingen voor de goud-placers tot stand te brengen. Zoo bij het tracé Broko- pondoPedrosoengoevallen in 1876, dat de Surinamerivier beneden de eerste stroomversnellingen verbond met de Marowijne boven de gevaarlijke Pedrosoengoevallen en waardoor dus bij het verkeer tusschen Paramaribo en de goudvelden aan de Lawa bedoelde vallen en versnellingen in beide rivieren konden worden ontwek^p. Op verzoek der redactie van «Eigen Haard» schreef Loth een zeer lezenswaardig artikel opgeluisterd door fraaie platen over de «Goudindustrie in Suriname», opgenomen in N°. 24 en 25 van jaargang 1899. Bij de samenstelling van het geschiedkundig overzicht betreffende den landbouw in Suriname ten behoeve van de Wereldtentoon stelling te Brussel in 1910, werd gebruik gemaakt van het uitstekende «Overzicht van den Landbouw in Suriname» door W. L. Loth. (Bijlage van het Koloniaal Verslag, 1905). Bij het hierboven aangehaalde tracé door Loth in 1888 gekapt tusschen Paramaribo en de Saramacca-rivier bij de Oranjekreek leeren we Loth weder van eene andere zijde kennen; dit tracé stond in verband met eene aan hem en aan Mr. H. Benjamins verleende concessie voor den aanleg van eene trambaan van Paramaribo naar het belangrijke district Saramacca. De aanleg van de trambaan liet echter op zich wachten en de weelderige vegetatie der tropische natuur had zich spoedig weder van dit tracé meester gemaakt, waarna het eerst door den ingenieur van Vloten en in 1916 opnieuw door een tiental militairen onder leiding van luitenant Dilleman werd open gekapt. In succesvolle samenwerking tusschen Overheid en particulier IO

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1917 | | pagina 10