zwaardheid slechts de hypothecaire registers behoeven te raad plegen. De ministerieele resoluties over die drie punten zijn talrijk en interessant, ik noodig den lezer uit enkele daarvan thans met mij te bestudeeren. Pro primo dan over: de besmettingen met hypotheek tengevolge van vcrnommeringen ter instandhouding van het kadastrale plan, als graphisch beeld van de indeeling van den bodem. Het spijt mij te moeten aanvangen met op te merken dat aan die soort van besmettingen het bestuur zelfde meeste schuld heeft gehad. Het heeft aanvankelijk de splitsing en vereeniging van kadastrale perceelen en perceelsgedeelten in bescherming genomen zonder aanzien van de belangen des hypotheekbewaarders en zulks met te meer scherpte, omdat het boos was. Het bestuur schreef n.l. in de res. van 28 Nov. 1857 N°. 43, P. W. 2990: «i°. dat de Ingenieurs-Verificateur, zooals zij vroeger «belast waren geweest met de daarstelling van het kadaster, «thans nog zijn belast met de instandhouding daarvan, d. i. dat «de voortdurend gemaakte verandering in den toestand van den «bodem, door de zorg van de I. V. op de plans worden bijge- «houden, datwanneer dit in strijd mocht zijn met des «bewaarders verantwoordelijkheid, deze de bevoegdheid heeft zijne «bezwaren aan den I. V. mede te deelen en zoo deze daarmee «niet instemt de tusschenkomst van den Minister in te roepen, «doch dat bezwaarlijk kan worden toegelaten, dat aan de land- «meters bevelen worden gegeven in strijd met die van den I. V. «en de landmeters in geen geval, met terzijdestelling van de «voorschriften van den I. V., die van anderen mogen gehoorzamen. «2°. dat het kadastrale plan, zal het aan zijn bestemming beantiooordensteeds den actueelen toestand vati den bodem moet <.<aantoonen, dat mitsdien, datgene wat niet meer in werkelijkheid bestaat ook niet meer op het plan kan voorkomen en gevolgelijk niet alleen splitsing maar ook vereeniging van perceelen op de kaart moet kunnen plaats hebben Men ziet, zelfs de eigendomsgrenzen werden, door de boosheid denk ik, niet uitgezonderd, geen genade voor al wat als grens op het terrein niet meer bestaat, het zal van de kaart moeten verdwijnen en de hypotheekbewaarder zal zich daarin moeten schikken, omdat leeraart de res. in ten 112

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1917 | | pagina 112