113
«3°. in den regel het vereenigen op de kaart tot één perceel
«van verschillende perceelen of perceelsgedeelten een goede hypo
thecaire boekhouding niet in den weg staat, noch eenig nadeel
«voor belanghebbenden kan tengevolge hebben, al is het ook dat
«de tot één perceel vereenigde perceelen of gedeelten van dien,
«met verschillende hypothecaire inschrijvingen zijn belast, omdat
«door de vereeniging de vroegere toestand niet in de plans
«verloren gaat, maar altijd, of op het minuutplan of op de
«hulpkaart wordt teruggevonden zoodat elke omstandigheid, welke
«moet worden vermeld of aangetoond, hetzij die het vereenigde
«perceel betreft of een bijzonder deel daarvan, steeds zoo duide-
«lijk kan worden omschreven, dat omtrent den werkelijken toe
stand, op «welk tijdstip ook, geen de minste twijfel behoeft over
«te blijven».
Intusschen was daarmede de zaak niet uit, de landmeter stoorde
zich van toen af aan volstrekt niet aan het al of niet bezwaard
zijn der perceelen waarvan hij stukken onder één nommer ver
eenigde en maakte daardoor hypothecaire nazieningen onnoodig
ingewikkeld. De bewaarder schikte zich noode en zocht, door
bijzondere inkleeding van zijn verklaringen, aan een onderzoek
met behulp der hulpkaarten te ontkomen, waartegen het bestuur
daarna wederom ageerde in de resolutie van 22 Jan. 1863 N°. 62,
P. W. 4207 luidende:
«Bij het bestuur zijn bedenkingen ingebracht tegen de be-
«woordingen van verklaringen welke, door enkele hypotheek
sbewaarders, op de staten van hypothecaire inschrijvingen worden
«gesteld, bepaaldelijk tegen verklaringen van den navolgenden
«inhoud:
«a. dat enz.
«b. dat de staat alleen geldt voor zooveel het perceel in de
hypothecaire registers voorkomt;
«c. betreffende deze verklaring speciaal voor zooveel de bedoelde
«perceelen, onder voormelde kadastrale kenmerken of onder der-
«zelver door het kadaster aangewezen moeder-sectiën en moeder-
«nommers, in de hypotheek-ragisters voorkomen.
«Hoezeer het alleszins is te prijzen dat de bewaarders
«de grootste omzichtigheid in acht nemen, valt het evenwel niet
«te ontkennen dat die voorzichtigheid te ver gedreven kan worden