118
maken, faalt het middel gewoonlijk, het ontdoken registratierecht
is op die wijze niet voor de schatkist te achterhalen.
Bij het debat naar aanleiding van de bekende praeadviezen in
1900 is door den heer M. de Vos terecht gezegd: Mijns inziens
«en daarnaar gedraag ik mij zooveel mogelijk, mag een eigen-
«domsgrens, die op het terrein op het eerste gezicht en zelfs bij
nader onderzoek niet te vinden is, niet van de kaart verdwijnen,
«zoolang het niet dringend noodzakelijk is».
Een uitzondering wenschte de spreker bijv. te maken wanneer
de zekerheid bestaat, dat binnenkort een akte van overdracht zal
worden overgeschreven waardoor de consort kan verdwijnen,
en daarmede ga ik accoord.
Twee jaar later zien we gelukkig een eerste officieel symptoom
van beter inzicht uitkomen; 't had een menschenleeftijd bijna
geduurd voor het zoover was, Cicero kreeg weer eens gelijk,
die immers de wijsheid een voorrecht van den ouderdom noemde.
De decisie van 12 Dec. 1902, N°. 46 besliste: «dat bij de ver-
«nommering van perceelen, voor zooveel de behoorlijke instand
houding van het kadaster dit toelaat, rekening moest worden
«gehouden met de eischen die voor de hypothecaire boekhouding
zijn te stellen».
Natuurlijk was met één pennevrucht aan een jarenlang verkeerd
systeem geen eind gemaakt en wordt in latere missives op de
zaak in krachtiger termen teruggekomen, zoo lezen wij in de
missive van 22 Nov. 1904 D. B. en R. No. 3: «dat nochtans in
«het oog moet worden gehouden, dat het kadaster niej: uitsluitend
«dient voor de heffing der grondbelasting, maar dat het tevens
«de grondslag is voor de hypothecaire boekhouding en mitsdien
«ook rekening moet worden gehouden met de eischen welke die
«boekhouding stelt», in die van 2 Dec. 1904 R. en D. N°. 6:
«Ik acht het niet nocdig, dat door vereeniging nieuwe perceelen
«worden gevormd alleen omdat tusschengrenzen op het terrein
«zijn verdwenen», en in een Circ. van 27 Nov. 1905: «Tegen
«onnoodig vereenigen van perceelen werd opgedragen ten strengste
«te waken en inzonderheid tegen vereenigen van perceelen waarop
«hypotheek rust».
De lezer merkt wel, dat in deze missives crescendo een heel
ander geluid klinkt als in de resoluties uit het begin van den