initiatief werd intusschen de exploratie van het aan botanische en
mineralogische hulpbronnen zoo rijke binnenland op krachtige
wijze voortgezet; naast het Koninklijk Nederlandsch Aard
rijkskundig Genootschap, de Maatschappij ter bevordering
van het natuurkundig onderzoek in de Nederlandsche
Koloniën en de Vereeniging voor Suriname, staat hierbij
vooral op den voorgrondde «Commissie tot wetenschappelijk
Onderzoek van Suriname» en Loth heeft als Correspon-
deerend lid dezer Commissie weder veel bijgedragen tot het
slagen van menige expeditie, zoowel door zijne hulp bij de voor
bereiding, als door daadwerkelijke deelneming.
In haar «Voorwoord» voor het Verslag der Tapanahoni-
expeditie wijdt de Commissie dan ook woorden van erkentelijkheid
en dank aan allen, die hebben bijgedragen tot het succes der
vier groote door haar uitgeruste expeditiën en naast de Gouverneurs
der Kolonie Mr. W. Tonckens en C. Lely, wordt daarbij haar
correspondeerend lid W. L. Loth met name genoemd.
Om zijne grondige kennis van land en volk was Loth meer
malen de gewaardeerde mentor van Europeesche geleerden bij
wetenschappelijke reizen door het binnenlandzoo vergezelden
Loth en Dr. H. D. Benjamins, inspecteur van het Onderwijs in
Suriname in 1885 den Leidschen Professor K. Martin op zijne
reis door het binnenland, «welche ohne Mithilfe der beiden
Genannten überhaupt unmöglich gewesen ware», zegt Prof.
Martin op pag. IX in het «Vorwort» zijner reisbeschrijving.
In 1903 vergezelde Loth den Delftschen Hoogleeraar C. J. van
Loon op diens reis naar de Lawa en kort daarop nu weder
in gezelschap van Dr. H. D. Benjamins den Wageningschen
leeraar A. H. Berkhout op diens tochten naar de woudstreken
langs de Boven-Para, de Suriname-rivier en de Commewijne.
Stond de reis van Prof. van Loon weder in verband met de
goudindustrie, die van den heer Berkhout had ten doel een
onderzoek naar den toestand der Surinaamsche bosschen. De
reis met Prof. van Loon was de laatste groote tocht van Loth
naar de binnenlanden, daar de tochten van Berkhout beperkt
bleven tot de Alluviale- en Savanne-zone en tevens was deze tocht
naar de Lawa eene zeer vermoeiende, daar de leden der expeditie
door koortsen en dysenterie werden geteisterd, zoodat een der
begeleidende politiebeambten kort na terugkomst te Paramaribo
11