Wellicht zou ter visie leggen van metingstaten, eigendoms
overgang betreffende, geheel kunnen vervallen na invoering van
het meetbriefstelsel.
3°. Volledigheidshalve, om met den eersten oogopslag een
duidelijk beeld te krijgen van den rechtstoestand der perceelen
is die aanteekening aan te bevelen; men behoeft dan slechts één
register te raadplegen.
4°. Behoudens het in de inleiding van den voorzitter vermeldde
achtte de vergadering het niet gewenscht zich op dit uitgebreide
terrein te begeven, gedachtig aan het waarschuwend woord op
bldz. 71 van het Tijdschrift.
D. Reorganisatie van den kadastralen dienst,
i°. Op bldz. 64 van het verslag wordt voorgesteld particulier
werk van niet zuiver kadastralen aard over te laten aan «geëxa
mineerde en beëedigde landmeters» (examen Delft). Het publiek
is hiermede niet steeds gediend; het stelt meestal ook meer ver
trouwen in een «Rijks»-landmeter. Men zou voor dergelijke
werkzaamheden een hooger tarief kunnen stellen.
Bij het bepalen van het bedrag der vergoeding voor het ka
dastrale P. W. dient ook nog in aanmerking te komen de grootte
der op te meten terreinen.
Verder werd aangedrongen op het tegengaan van opdrijving
der te vorderen vergoeding.
2°. 't Komt ons na alles wat hierover reeds geschreven is
niet noodig voor onze opinie, die sterk vóór het brengen van
meting en schatting in één hand is, nog nader te motiveeren.
30. Hiertegen werden geen bezwaren ingebracht; alleen werd
betoogd dat de groepen voor vernieuwing en voor bijhouding
van het vernieuwde kadaster feitelijk één groep zouden kunnen
vormen, vooral met het oog op tijdelijk invallen (zie B 2).
40. Blijkens de tekst van het verslag zelf een vage schatting
waarover voor 't oogenblik o. i. nog niet te veel gefantaseerd
moet worden.
5°. Wordt ten zeerste toegejuicht; de vergadering is 't geheel
eens met de beschouwing der Staatscommissie over dit onder
wérp (blz. 49).
6°. Men kan zich zeer goed vereenigen met de voorgestelde
eischen, mits van de ambtenaren der registratie en de candidaat-
128