notarissen eenige kennis gevraagd worde van de kadastrale
techniek.
7°. Warm toe te juichen! Het verslag der commissie zelf
levert een sprekend staaltje van de stiefmoederlijke behandeling
van ons vak onder «registratie»; men moet wat direct het kadaster
betreft zoeken onder «Reorganisatie van het dienstvak der regi
stratie» en de beide laatste alinea's van dat deel van het verslag
(bldz. 52) zijn te dezer zake welsprekend.
Wij sluiten ons geheel aan bij het blijkbaar door een minder
heid der commissie betoogde (bldz. 51).
Af deeling Amsterdam.
De bespreking van het Rapport der Staatscommissie in onze
afdeeling wekte wel den indruk dat slechts weinig leden lust
hadden gehad eene ernstige studie te maken van het voor ons
dienstvak zoo hoogst belangrijke rapport, eene omstandigheid
welke gereede verklaring vindt in de ontstemming en ontevre
denheid in 't corps over de verwaarloozing van hun materiëele
belangen en de bitter weinige tegemoetkoming van het Hoofd
bestuur aan de wenschen, welke in de loop der jaren door onze
vereeniging in 't belang van den dienst zijn geuit.
Evenwel werd eene aangename discussie over de meetbrieven
gehouden. Van belang, vooral om het voorbehoud dat de Com
missie maakte op bldz. 252, was, dat eenige leden van oordeel
waren, dat het niet altijd mogelijk zou zijn om zoo tijdig gevolg
te geven aan aanvragen tot opmaking van meetbrieven, als het
rechtsverkeer vraagt. Deze meening grondde zich op de soms
plotseling tengevolge van een of andere maatschappelijke of
economische oorzaak aan den dag tredende lust bij vele
eigenaren om hun eigendommen en perceelen publiek te veilen,
waardoor opeenhooping van werkzaamheden kan ontstaan.
Tegenover deze meening stelden echter de meeste leden hun
inzicht, dat het zeker mogelijk zou zijn om ook aan zulke eischen
te kunnen voldoen, indien de kadastrale dienst maar zoodanig
ingericht werd, dat op zulke oogenblikken reservepersoneel be
schikbaar was. Veelal toch zijn dergelijke verschijnselen aan een
bepaalde landstreek gebonden en treden dus niet over 't geheele
land tegelijkertijd op. Gewezen werd ook nog op 't buitenland
129