13° alsmede op onze groote steden, waar thans geen gedeeltelijk per ceel overgedragen wordt dan na uitmeting. Wel moeten belang hebbenden soms veel te lang wachten, maar daarbij moet men bedenken, dat onze tegenwoordige organisatie allergebrekkigst is en de voorschriften eene spoedige behandeling van P. W. zelfs tegenwerken. In verband met de veilingen werd er nog op gewezen, dat indien de veilingsperceelen in één hand blijven, het mogelijk zal zijn later weer op denzelfden meetbrief te transporteeren. De wen- schelijkheid werd uitgesproken, dat van zulke meetbrieven, waarop geen verschillende rechtstoestand van perceel en is gevolgd, een maximumgeldigheidsduur van b.v. 5 jaar werd vastgesteld. Men vreesde dat anders belanghebbenden, indien de perceelsgrenzen verdwenen waren, op eigen vage herinneringen die scheidingen zelf zouden plaatsen, als regel natuurlijk niet op de vroegere plaats. Ook werd met kracht bepleit om de verplichting tot verwijzing naar meetbrieven niet te beperken tot de aanduiding van ge deelten van perceelen maar deze uit te breiden tot gedeelten van eigendommen in het oude kadaster zulks op de bekende gronden. Ook over de technische eischen aan de meetbrieven te stellen in de niet hermeten gemeenten, werd verschillend geoordeeld. De een hechtte weinig waarde aan de «vastheid» der steenen palen, een ander was van meening dat trigonometrische vastleg ging slechts zelden was toe te passen, weer anderen achtten onze tegenwoordige particuliere metingen voldoende, terwijl eindelijk ook de meening werd geuit, dat in de niet hermeten, althans niet voorbereide gemeenten (b.v. aanvankelijk slechts een trigono metrisch net met vaste punten), geene metingen konden worden verricht, die aan de eischen voldoen, welke men redelijkerwijs daaraan mag stellen. C. Hypothecaire en kadastrale boekhouding. Algemeen prefereerde men de verplichte inlevering in duplo boven de letterlijke over- en inschrijving. Wei werd wenschelijk geacht dat de landmeter in den meting- staat vermeldt, welke hypothecaire inschrijvingen op de nieuw gevormde perceelen rusten, maar datzelfde kan niet gezegd worden ten opzichte van de erfdienstbaarheden. De reorganisatie zou

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1917 | | pagina 130