dienst mogelijk wordt. Eveneens behoort hierbij de vraag of de
dienst der schattingen voor de grondbelasting een onderdeel van
het kadaster zal uitmaken.
II. De weg waarlangs het doel wordt bereikt.
a. De leiding. Het is de taak van de leiding van een tech
nisch vak den weg, waarlangs het doel wordt bereikt, nauwkeurig
te omschrijven. Het moet ieder, die aan eene technische instelling
werkt duidelijk voor oogen staan, waar men heen wil en het
moet als eerste vereischte worden aangemerkt, dat langs vaste
lijnen wordt voortgegaan, overal op dezelfde wijze. Men moge
nog zulke knappe, nog zulke ambitieuse ambtenaren aanstellen,
wanneer aan deze voorwaarde niet wordt voldaan, hapert er iets
aan de regeling en bereikt men niet, hetgeen zou kunnen worden
bereikt. Een technische dienst eischt technische leiding, volkomen
wetenschappelijk op de hoogte niet alleen, maar in staat voort
durend rekening te houden met de eischen van het economisch leven.
b. De uitvoering van het werk. Het is ons allen bekend,
en herhaaldelijk is reeds op verbetering aangedrongen, dat er
van eene eigenlijke werk verdeeling bij onzen dienst geen sprake is.
Wel bestaat er assistentie van teekenaars en naar zoo nu en dan
wordt meegedeeld, is het de bedoeling die assistentie uit te breiden
maar van een stelsel is niets waar te nemen, althans niet van
een zoodanig, dat geheel gericht is op praktische werkverdeeling.
Het doel van de arbeidsverdeeling moet erop gericht zijn, om
zoo spoedig mogelijk de maatschappelijke belangen te kunnen
dienen en tevens om de werkzaamheden zoo economisch mogelijk
te verrichten.
Bij het opstellen van een schema van organisatie komen dus
de werkzaamheden van alle categorieën van ambtenaren ter sprake,
verder de eventueele reproductie van kaarten langs mechanischen
weg, de voorziening in hulppersoneel (kettingtrekkers), het beheer
van het kadastraal archief, de hulpmiddelen, instrumenten en ge
reedschappen voor de uitoefening van den dienst. De regeling
van deze onderwerpen, zooals die thans bestaat, is beslist onvol
doende. Tevens moet de ingrijpende vraag worden behandeld of
het wenschelijk is het aantal kantoren uit te breiden.
Gaven wij boven een beknopt overzicht van de mogelijke taak
van onze vereeniging, wij meenen nog verder te moeten gaan en
reeds thans van de algemeene vergadering een uitspraak te moeten
133