meetbrieven en grensregelingen. Hij heeft tot assistentie minstens
een teekenaar (van het nieuwe systeem) en een klerk, de laatste
kan tevens hulp verleenen bij de metingen, maar moet voorna
melijk bedreven zijn in datgeen, wat thans verricht wordt door
den klerk van den Controleur der G. B. De in hun geheel aan
het kantoor van den districts-landmeter gereed gemaakte meting
stukken worden toegezonden aan het bureau, wat thans kantoor
der Hypotheken en Kadaster is. Aan het hoofd van dit kantoor
staat een landmeter (meest al een oudere), die onder zich heeft
den Boekhouder voor het Kadaster en den Beëedigden klerk voor de
Hypotheken, ieder met het noodige personeel. Voor den gere-
gelden en goeden gang der werkzaamheden zorgt de Ingenieur-
Verificateur, zijn rol moet zuiver wezen die van Inspecteur, toch
zal hij er voor te waken hebben, dat door een landmeter geen
minderwaardig werk worde verricht.
Door eene reorganisatie van het personeel hierboven zeer be
knopt weergegeven zijn de op bldz. 73 voorkomende vragen 1 a
6 opgelost. Indien de landmeter in zijn district woont, zijn de
reis- en verblijfkosten tot een minimum gebracht, het tarief voor
P. W. kan dan gelijkvormig wezen voor elke gemeente en elk
stuk grond en berekend worden naar den duur van het werk te
velde. Het zal den districts-landmeter veel gemakkelijker vallen
meting en schatting tegelijk te doen. Het zoo onpractische idee
van 3 groepen van landmeters verdwijnt. Het aantal districts
landmeters kan even groot wezen als het tegenwoordige aantal;
alleen moet het totaal met 34 worden uitgebreid van de Hypo
theekkantoren, waarbij ook nog gevoegd moeten worden de land
meters benoodigd voor de vernieuwing van het Kadaster, doch
hiertegenover staat, dat de Hypotheekbewaarders en controleurs
G. B. komen te vervallen en tevens dient er aan herinnerd te
worden, dat het tegenwoordige personeel voor hermetingen tot
een veel te klein getal is teruggebracht.
Verder mag niet uit het oog worden verloren, dat door het
verplichtend stellen van het opmaken van meetbrieven aan het
publiek een groote last wordt opgelegd en dan heeft het Rijk er
voor te zorgen, dat hieraan zooveel mogelijk worde tegemoet
gekomen. Hoe kan zulks nu beter geschieden, dan door den
betrokken ambtenaar zoo dicht mogelijk in de buurt te brengen
van degenen, die zijne hulp noodig hebben. De landmeter wordt
138