Met de afd. II en III der wet bleken alle aanwezigen zich te kunnen vereenigen. 20. Eene spoedige totstandkoming der wet wordt zeer wen- schelijk geacht, zoowel in het belang van de verzekering der grenzen als van de landmeters, die daardoor voor dit gedeelte van hun dienstwerk een wettelijk omschreven taak zullen hebben. B. Meetbrieven. i°. Allereerst viel bij de behandeling dezer stof op het ver schillend inzicht, dat de verschillende leden hadden omtrent de inrichting van den meetbrief. 1 Eenige leden bleken te deelen het inzicht van bestuur en redactie, welk inzicht blijkt uit de opstelling van vraagpunt B 1 Uit deze vraag alleen blijkt voldoende, dat men zich den Meet brief denkt, ongeveer ingericht als een veldwerk. Sommigen onzer leden wenschten zeer ver te gaan in die richting en wenschten volledig veldwerk met de noodige vastleggingen enz., anderen wenschten een beperkt veldwerk, alléén enkele belangrijke ge gevens bevattende, voldoende voor uitzetting der grens, ook door andere deskundigen dan landmeters van het kadaster. In de derde plaats waren er leden, die zich streng wenschen te houden aan art. 6 van het Ontwerp van den Alg. Maatregel van Bestuur C1 voorkomende op bldz. 230 van het verslag der Staats commissie. Volgens dat art. moet de meetbrief bevatten: i°. in deeling der perceelen volgens het kadaster; 20. de indeeling van het onroerend goed, dat het onderwerp der rechtshandeling uit maakt, met de aanduiding daarvan door eene letter30. het volg nummer van den meetbrief. Het artikel schrijft dus, volgens hen, voor, dat er een soort hulpkaart wordt opgemaakt, zoo mogelijk op aktenformaat en dat hierop, met aangeving van den kadastralen toestand, de nieuwe grens met eene sprekende kleur wordt voorgesteld, terwijl ieder gedeelte van een nummer wordt aangeduid door de letters a, b, c, enz., terwijl dan tevens op die teekening eene volledige verwijzing voorkomt, overeenkomende met de kol. 15 en 16 van den Staat N°. 75. Vermeldt men dan tevens op den meetbrief, dat deze is opgemaakt door den landmeter na eene opmeting, verricht na aanwijzing door de verschenen partijen, op een te vermelden dag en dat dus de meetbrief berust op 't veldwerk 140

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1917 | | pagina 140