eenige ambulanten ter beschikking te hebben, om te kunnen
assisteeren waar de Ingenieur-Verificateur dit noodig oordeelt.
4°. Eén lid meent dat het mogelijk is om op die wijze met
160 landmeters en evenveel teekenaars den dienst behoorlijk te
doen marcheeren, de andere aanwezigen vinden een grooter getal
noodzakelijk, wat h. i. geen bezwaar is.
Zeer zeker zal het scheppen van een afzonderlijken hermetings-
dienst voordeelen brengen; uniformiteit zal beter verkregen wor
den, maar deze is toch ook op andere wijze, n.l. door een flinke
«Instructie Hermeting» te bereiken.
Om die hermeters nu, geheel los van den gewonen dienst onder
één hoofd te brengen, lijkt velen onpractisch. Beter lijkt het hun,
dat ook de hermeters onder den divisiechef staan. Te groote
centralisatie kan die leden niet bekoren. Wat de afwerking van
een hermeting betreft, ieder, die wel eens afwerkt aan een ander
kantoor, weet, dat dit niet zoo geregeld en aangenaam gaat als
aan de bewaring, waar over alle archiefstukken kan beschikt
worden, 't Is dus beter, de afwerking te doen plaats hebben op
het kantoor, waaronder de hermeting valt. Voor de divisie I.-V.'s
moet het ook onaangenaam zijn, als ze over een belangrijk ge
deelte van den technischen dienst geen toezicht hebben.
Een der aanwezigen waarschuwt tegen het al te zeer voorop
stellen en te hoog waardeeren van den hermetingsarbeid. Meer
wenscht hij te verheffen de kwaliteit van het gewone werk. Op
neming van eigendomsgrenzen moet bij den gewonen dienst met
dezelfde nauwkeurigheid gebeuren als bij hermeting. Daardoor
kan ons onvernieuwd kadaster ook zeer goede diensten bewijzen.
5°. Tegen overbrenging der aansprakelijkheid van den hypo
theekbewaarder op den Staat kan, dunkt ons allen, geen bezwaar
bestaan.
6°. De eischen van benoembaarheid tot hypotheekbewaarder
worden juist geacht.
7°. Moet het Kadaster een afzonderlijke afdeeling aan éénder
departementen worden?
Algemeen wordt dit wenschelijk geacht.
Aan welk der departementen? Hierover wordt zeer verschillend
geoordeeld.
De één wilde naar «Landbouw», vooral in verband met de te
verwachten ruilverkavelingsdienst; een ander wilde naar «Water-
145
