begonnen een apart registertje aan te leggen en bij te houden,
waarin met een oogopslag de doorgehaalde inschrijvingen zijn te
onderkennen.
Welk een nuttige opschooning zou het reg. 69" krijgen, wanneer
daarin eerst eens alle verwijzingen naar doorgehaalde, inschrijvingen
werden doorgehaald, men zou dan beter overzicht verkrijgen of
totale vernieuwing van alle inschrijvingen, zooals de Commissie
wenschelijk acht zie blz. 28 v. h. verslag werkelijk zoo
dringend noodzakelijk is. Men moet ook niet vergeten, dat juist
door de toepassing van bovenstaande nieuwe voorschriften, in
verband met het reeds vigeerende verbod van vereeniging van
perceelen bij verschillende bezwaardheid, allengs en van zelf vele
vroeger veroorzaakte verwarring uit de registers zal verdwijnen.
Wanneer men alles goed overdenkt, dan rijst de vraag of het
niet een daad van wijs beleid zou geweest zijn, wanneer reeds
bij den aanvang van de dienstbaarmaking van het kadaster ten
behoeve van de hypotheken eenige vooraanstaande oudere land
meters waren uitgenoodigd geworden het ambt van hypotheek
bewaarder te bekleeden. Het is dunkt mij te betreuren, dat men
bij die benoemingen steeds zoo exclusief is te werk gegaan, daar
door heeft het kadaster tot in zijn hoogste rangen de gelegenheid
gemist om door eenige jaren praktijk als bewaarder wellicht een
ruimeren blik, een beteren kijk op hyp. kad. vraagstukken te
bekomen, dan alleen theoretische studie die kunnen geven.
Het huwelijk tusschen hypotheken en kadaster is niet steeds
gelukkig geweest, de Commissie van 1887 stelde immers zelfs
reeds scheiding voor, moge beter begrijpen in de toekomst leiden
tot meer wederzijdsche waardeering, want beide instellingen zijn
onafscheidelijk twee ketens vast aaneengesmeed.
In een slotartikel zal de afd. A. van den Algemeenen maat
regel van bestuur worden besproken.
F. H. v. d. Linden v. S.
SE- -.
156