als particulier werk. De andere helft, als dienstwerk behandeld,
moet toch óók gemeten worden. Zou het dan niet mogelijk zijn,
den kadastralen dienst zoodanig te organiseeren, dat aan aanvragen
tot opmaking van meetbrieven steeds tijdig gevolg kan worden
gegeven? Men heeft er slechts voor te zorgen, dat voldoende
ambulant personeel aanwezig is om te assisteeren, daar waar
stagnatie dreigt.
Wat vraagt B 3e betreft, spreker verwondert er zich over dat
dit vraagpunt is gesteld. Zou het niet rationeel zijn om verschil
lende regelen te stellen voor het oude en vernieuwde kadaster?
Is het dan niet rationeel om verschillende zaken ook verschillend
te behandelen? En het oude en het vernieuwde kadaster zijn nu
eenmaal zeer verschillende zaken. Zij zijn te vergelijken bij twee
vazen, de eene met tallooze barsten, gelijmd en gekramd, de
andere gaaf en van duurzaam materiaal. In het vernieuwde
kadaster zijn de grenzen door partijen vastgesteld en hebben de
zelve bewijskracht, in het oude kadaster niet. Spreker acht het
niet gewenscht dit vraagpunt in behandeling te nemen en geeft
in overweging: vraagpunt B 3e te schrappen en in de plaats
daarvan deze vraag te stellen«Zr de invoering van meetbrieven
voor eene goede hypothecaire boekhouding noodzakelijk
De Heer de Korver heeft geen bezwaar tegen het nieuwe
door den Heer Boer voorgestelde vraagpunt, maar zou dit dan
aan de andere vraagpunten willen doen voorafgaan. Hij verzet
zich echter tegen het voorstel om vraagpunt B 3e te schrappen.
Wel verre van overbodig te zijn zal dit vraagpunt juist, naar hij
verwacht, tot een geanimeerd debat aanleiding geven.
De Heer Polêe deelt mede, dat bestuur en redactie bij het
opstellen der vraagpunten vooropgesteld hebben, dat de invoering
van meetbrieven wenschelijk is.
De Voorzitter zegt toe, het door den Heer Boer voorgestelde
nieuwe vraagpunt onmiddellijk na de pauze in behandeling te
zullen brengen. Het voorstel om vraagpunt B 3e te schrappen
wordt in stemming gebracht en verworpen met 21 tegen 14 stemmen.
PAUZE.
De Secretaris deelt mede, dat bericht van verhindering is inge
komen van de Heeren A. N. Hamelberg en Iwema.
De Voorzitter brengt thans in bespreking het nieuwe vraag-
168