commissie verwezenlijkt, dan zal de bewaarder in de toekomst een
gewoon ambtenaar zijn, die de gegeven voorschriften heeft op te
volgen. De Staat zal dan verantwoordelijk zijn voor het werk
van hypotheekbewaarder zoowel als van landmeter. Overigens is
de grondgedachte van de meetbrieven eenvoudig deze: vóór het
opmaken van de akte moeten de grenzen van het object vaststaan
en moet de oppervlakte daarvan bekend zijn. Door ambtelijke
opmeting vóór het opmaken van de akte is dit tweeledig doel te
bereiken. Een groot voordeel van deze werkwijze is nog, dat
dan voortaan de koopprijzen kunnen worden vastgesteld in verband
met de werkelijke grootte.
He Heer van Riessen verklaart zich groot voorstander van
de meetbrieven. Bij ambtelijke opmeting vóór het opmaken van
de akte kan de landmeter behulpzaam zijn bij de afpaling, kan
hij op het plaatsen van degelijke afscheidingen invloed uitoefenen,
wat van zeer groot belang is. Het door den Heer v. d. L. v. Spr.
opgeworpen kostenbezwaar komt pas in de tweede plaats. Volgens
sprekers meening zou het opmaken van meetbrieven zoo goedkoop
mogelijk, liefst geheel op Staatskosten moeten geschieden. Het
schermen met de verantwoordelijkheid van den bewaarder acht
spreker humbug.
De Voorzitter brengt hierop het nieuwe vraagpunt B i« in
stemming. Met overgroote meerderheid wordt het in bevestigenden
zin beantwoord.
Hierna is aan de orde vraagpunt B 2e (oud B ie) welke
teehnische eischen moeten aan de meetbrieven gesteld worden enz.»
De Heer de Korver vestigt de aandacht op de tweeërlei op
vatting van de meetbrieven, die zich tot nu toe heeft geopenbaard
en die ook uit de afdeelingsrapporten blijkt. Sommigen stellen
zich den meetbrief voor als eene kaart op schaal, ongeveer overeen
komende met de tegenwoordige hulpkaart, zonder of althans bij
kans zonder meetgetallen. Anderen daarentegen meenen, dat de
meetbrief de volledige meetcijfers zal moeten bevatten en alzoo
sterke gelijkenis met veldwerk zal vertoonen. Spreker schaart
zich zonder voorbehoud aan de zijde van de laatsten. Indien de
meetbrief alleen een kaartje op schaal is, zonder meetgetallen,
dan blijkt inderdaad in het door den Heer v. d. L. v. Spr. gestelde
voorbeeld uit niets, dat het nieuwe nummer 1000 identiek is met
36A Dit ernstige bezwaar komt evenwel geheel te vervallen, indien
170