wordt op de omstandigheid, dat de landmeters thans veel monniken werk verrichten, bij afschaffing waarvan veel personeel zou vrij komen. De haast, die het publiek bij particuliere metingen heeft, wordt ook vaak overdreven. Het gaat hier ten slotte alleen om een kwestie van organisatie. Het vraagpunt B 3e wordt hierna met nagenoeg algemeene stemmen bevestigend beantwoord. Vraagpunt B 4e (oud B 3e). Is het rationeel om de ver plichting tot verwijzing naar meetbrieven te beperken tot de aan duiding van gedeelten van perceelen in het oude kadasterterwijl deze verwijzing gevorderd wordt ter aanduiding van gedeelten van eigendommen in het vernieuwde kadaster? De Heer Boer wil aan de vergadering uiteenzetten, waarom hij de beantwoording van dit vraagpunt op dit tijdstip praematuur acht. In de eerste plaats zijn er verschillende bezwaren in te brengen tegen de uitbreiding van den meetbrief tot de gevallen, dat een deel van een eigendom, bestaande uit één of meer kadastrale perceelen, wordt bezwaard of overgedragen. In deze vergadering behooren geene besluiten te worden genomen, alvorens de be zwaren zijn overwogen. Al zouden wij die bezwaren niet onover komelijk achten, zij zullen den buitenstaander, die minder scherp kan onderscheiden, allicht als zoovele bezwaren tegen de invoering van den meetbrief in 'i algemeen toeschijnen. In de tweede plaats wijst hij op den inhoud der ingediende schattingswet voor Ongebouwde eigendommen, waarvan onlangs het voorloopig verslag is verschenen. Indien dit wetsontwerp tot wet wordt verheven, zal de schatting der verkoopwaarde per eigen dom (en niet per perceel) geschieden. En het laat zich aanzien, dat in dit geval het kadaster zich op deze nieuwe wijze van schatten zal moeten inrichten, dat in den legger en op het veldplan de perceelen zullen moeten worden gerangschikt, uiteengelegd, in eigendommen. Geschiedt dit, dan zal het kadaster een ander aspect krijgen, en dan zullen de bovenbedoelde bezwaren voor een deel zijn opgeheven. Nu de vergadering heeft verworpen sprekers voorstel om dit vraagpunt te schrappeu, stelt hij voor de beslissing erover aan te houden tot een meer geschikt tijdstip. De vergadering vereenigt zich na deze toelichting met het voorstel van den Heer Boer. 175

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1917 | | pagina 175