worden opgenomen, spreekt de vergadering met op éèn na alge-
meene stemmen uit, dat de aanteekening van erfdienstbaarheden
enz. in den kadastralen legger verwerpelijk is.
C 4e. Tot welke opmerkingen geven de ontworpen wijzigingen
in de hypothecaire en kadastrale boekhouding overigens nog aan
leiding?
Naar aanleing van dit vraagpunt verlangt niemand het woord.
Vraapunt D. Reorganisatie van den kadastralen dienst.
De Vooizitter meent te mogen aannemen, dat bij de behande
ling van punt g der agenda zal worden besloten tot de benoeming
van eene commissie, die over de reorganisatie van den kadastralen
dienst zal hebben te rapporteeren. Met het oog op het gevorderde
uur geeft hij in overweging, eenige der sub D gerangschikte vraag
punten naar die commissie te verwijzen.
D je, tarief voor particulier werk, wordt verwezen naar de
reorganisatie-commissie.
D meting en schatting in ééne hand.
De Heer Roborgh meent, dat een goed landmeter moeilijk
een goed schatter kan zijn, en omgekeerd. Hij is daarom tegen
het brengen van meting en schatting in ééne hand.
De Heer van Riessen herinnert aan de vroegere uitspraken
van de vereeniging, die steeds vóór het vereenigen van beide
functies waren.
De vergadering handhaaft de vroegere uitspraken van de ver
eeniging op dit punt.
D je, de drie groepenvan landmeters.
De Heer Boer verdedigt uitvoerig de splitsing van de land
meters in verschillende groepen, die èn in het Staatsbelang, èn
in het belang der particulieren, èn in het belang der ambtenaren
zelf is. Er zullen nu eenmaal zijn drie soorten van werk: ie het
vernieuwingswerk, 2e de meting en schatting voor de grondbe
lasting, 3e het particulier werk (meetbrieven). In overeenstemming
daarmede zullen er drie groepen landmeters zijn, die zich ieder
rustig aan hun speciale taak behooren te kunnen wijden.
Wil men ernst gaan maken met de vernieuwing van het kadaster,
dan moeten aangevangen hermetingen zonder verwijl worden
doorgezet. Dan mag het niet meer voorkomen, dat het personeel
van de hermetingen wordt weggehaald om tijdelijk elders werk
zaam te zijn, waardoor deze tot in het oneindige duren. Het ligt
177