die afhangen van de intelligentie van de persoon, maar verder is die grens te verplaatsen door de beschikking over hulpmiddelen bij de berekening, die mechanisch de struikelblokken doen passeeren. Naast de voor iedereen bestaande vöordeelen van het gebruik van hulpmiddelen bij de berekening grootere snelheid grootere betrouwbaarheid geringere inspanning ligt voor een goed georganiseerde dienst het groote voordeel daarin, dat het werk veilig ka.n worden toevertrouwd aan personen met minder breede ontwikkeling, onder controle van dengene, die anders zelf het werk zou moeten uitvoeren. Wij kunnen de hulpmiddelen in verschillende groepen rang schikken. RekenmachinesZij dienen om mechanisch de hoofdbewer kingen der rekenkunde uit te voeren; gewoonlijk laten zij het gebruik van veel cijfers toe. Gebrek aan ruimte gebiedt, over de ontwikkeling dezer machines kort te zijfl. Wij mogen even vermelden dat de eenvoudigste hun oorsprong vinden in het tel- raam, dat bij ons alleen nog als kinderspeelgoed aftrek vindt, maar in de oudheid en in de middeleeuwen als instrument bij practisch rekenen werd gebruikt. De Burroughs' telmachines (1888) en de alom bekende kasregisters zijn de eindpunten van de ontwikkeling van dit eenvoudig telraam; de wijze van gebruik verschilt in wezen niet veel van dat van het prototype. Wanneer men bedenkt, dat vermenigvuldigen niet anders is dan - verkort optellen van een reeks getallen, waartusschen een bepaalde betrekking bestaat, dan komt men direct tot het besluit dat deze instrumenten ook voor vermenigvuldigen geschikt zijn. Echter niet praktisch, want, wanneer de vermenigvuldiger wat groot is, zou de machine versleten zijn, eer het resultaat verschijnt. Men heeft zich weten te redden door een voorbeeld te nemen aan de methode van vermenigvuldigen, zooals wij die allen kennen. De vermenigvuldiger wordtt in deelen gesplitst, naar de orde der cijfers. In elke orde wordt de vermenigvuldiging als optelling uitgevoerd; de optelling der diverse deelen van het product ge schiedt in een verplaatsbare kast. Aan deze kast wordt van buiten af zulk een plaats gegeven dat grootheden van dezelfde orde worden samengeteld. Het principe van deze machines vindt men reeds bij Leibniz (1694), zij zijn eerst praktisch geschikt gemaakt 21

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1917 | | pagina 21