36 zijn, niet alleen voor eigen fouten en tekortkomingen, maar ook voor de ontelbare leemten en gebreken van anderen, welke op altijd weer nieuwe wijze in het Kadaster verscholen kunnen liggen; juist in deze schijnbaar zoo eenvoudige, maar toch zooveel om vattende en telkens wisselende praktijk bereikt men zoo weinig alleen met aangeleerde theorieëndaar heeft men bovendien, neen, daar heeft men allereerst behoefte aan eene groote dosis gezond verstand of juister nog, aan kadastraal instinct. De opleiding in Wageningen kan, zoo zij op de juiste wijze wordt aangevat, van zeer gunstigen invloed zijn op het Kadaster. Zij kan den leertijd van talentvolle krachten, die tot dusver onder herhaarldelijk vallen 'en opstaan, ook nadat zij reeds als landmeter waren aangesteld, zichzelf moesten grootbrengen, aanmerkelijk bekorten en veel vruchtdragender maken. Maar omgekeerd, als de toekomstige landmeter geen bijzonderen aanleg bezit, als hij de voor het bestaande Kadaster onontbeerlijke kadastrale voel horens mist, dan zal Wageningen hem die niet bijbrengen. Naar mijn oordeel zal dan ook eene verbeterde opleiding te Wageningen de nadeelige gevolgen van de sterke daling van het aantal candidaten bij de adspirant-examens hoogstens een weinig kunnen verzachten, doch geenszins kunnen wegnemen. Als men ten slotte bedenkt, dat ieder, die tot landmeter wordt benoemd, zonder daarvoor eigenlijk geschikt te zijn, eerst gedu rende veertig lange jaren het Kadaster onveilig maakt en het daarna nog tot in de verre toekomst met zijne minderwaardige nalatenschap bezwaart, dan geloof ik, te mogen constateeren, dat het hier beslopen wordt door eene ernstige kwaal, welke, zoo zij niet spoedig wordt gestuit, eene vernietigende uitwerking zal blijken te hebben. Als te bevoegder plaatse wordt ingezien, dat het Kadaster in Nederland niet meer kan worden gemist, dat het dus in geen geval te niet mag gaan, dat het zelfs in de toekomst aan veel strengere eischen zal moeten voldoen, dat het dan door de maat schappelijke samenleving zelf tot eene veel hoogere vlucht zal worden aangezet, dan zal men ook intijds maatregelen moeten nemen om te voorkomen, dat het de slagpennen zou missen, waarop het dan zal moeten drijven. Aangaande deze maatregelen zelf behoeft men niet in het on zekere te verkeeren

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1917 | | pagina 36