55
stelpende drukte aan Zijn Departement de indiening van het
in bewerking zijnde Ontwerp van Wet regelende de ruilver
kaveling en de daarmede verband houdende hervormingen
op agronomisch gebied met den zoo zeer gewenschten spoed
te bevorderen.
T. POLÊE.
TWEEDE KAMER. BEGROOTING VAN NEDERLANDSCH-INDIË
VOOR HET DIENSTJAAR 1917.
Uit de Memorie van Toelichting.
Onderafdeeling IV/47. Uitbreiding van het personeel van den kadasiralen
dienst en verbetering van de bezoldiging van een deel van het personeel bij
dien tak van dienst.
Ook na de bij de begrootingen der laatste.jaren toegestane uitbreidingen
van bet personeel bij den kadastralen dienst is de sterkte van het perso
neel nog lang niet evenredig aan den toenemenden omvang van de taak,
welke het kadaster heeft te vervullen en dien dienst in de naaste toe
komst waeht.
Voor 1917 worden dan ook gelden aangevraagd ter versterking van het
personeel met 1 inspecteur, 6 adjunct-landmeters, 1 commies, 1 klerk en
20 leerling-mantri's, terwijl in het belang van eene geregelde aanvulling
van het inlandsch personeel, het noodig wordt geacht om het aantal in-
landsche leerlingen aan den leergang te Bandoeng met 10 te vermeerderen.
Voorts zijn fondsen opgebracht voor het toekennen van toelagen aan
het onderwijzend personeel bij gemelden leergang n.l. 75 en 50 's
maands aan de beide Europeesche en van 15 aan elk der beide in-
landsche leerkrachten, en zulks met het oog op de belangrijke en bijzondere
diensten, welke door dat personeel worden verricht.
Tevens wordt bij deze begrooting nader aan de orde gesteld het bij
het oorspronkelijk ontwerp der begrooting van 1915 aanhangig gemaakt,
doch in verband met de tijdsomstandigheden teruggenomen voorstel tot
herziening van de wedden der ambtenaren bij dezen diensttak.
Voor 19:5 werd die herziening aldus toegelicht:
„Het traktement van den Chef van den dienst, thans 1000 's maands
bedragende, onderging sinds 1879 (Indisch Staatsblad n°. 336) geen wijziging,
hoewel de dienst sedert aanmerkelijk is uitgebreid.
„Waar deze rang eerst wordt bereikt na langdurigen diensttijd in de
lagere rangen, wordt voor den Chef van den Kadastralen dienst ook met
het oog op de regeling der bezoldiging van andere dienstchèfs, eene be-