57
Hoofdstuk II.
Uitgaven in Nederlandsch-Indië.
Afdeeling IV.
Departement van Binnenlandsch bestuur.
32. Uitgaven ter verbetering der landrenteboekhouding,
tevens ter voorbereiding van een mogelijk in te stellen in-
landsch kadaster17.000
46. Personeel van liet kadaster.
Bezoldigingen en toelagen van het hoofd van den kadas-
tralen dienst, de inspecteurs, de bewaarders en verdere ambte
naren en bedienden (85)525.220
(85) 1 hoofd van den dienst- 12.000
2 inspecteurs, op 9.000- 18.000
4 bewaarders, op 8.400m- 33.600
69 landmeters en adspirant-landmeters, op 3.600 en 1.800 - 172.800
2 landmeters voor den opleidingsleergang- 7.200
5 commiezen, op f 1.800-# 9.000
29 klerken, op 900- 26.100
20 hoofdmantri's op 1440- 28.800
172 mantri's en leerling-man tri's, op 480 en 300 - 68.160
2 mantri's voor den opleidingsleergang, op 480- 960
kantooroppassers- 5.280
I kantooroppasser voor den opleidingsleergang- 120
regelmatige varhoogingen van bezoldiging- 105.040
persoonlijke toelagen- 7.200
30 inland^che jongelieden ter opleiding, 15 op 180 en 15
op 120- 4.500
toelagen aan mantri's op de buitenbezittingen- 5.400
II inlandsche opnemers, 7 op 672, 1 op 504, 2 op 480
en 1 op 252 in het voormalige landschap Lingga-Riouw
en Onderhoorigheden- 6.420
voor bevordering in April 1917 van 10 adjunct-landmeters tot
landmeter- 8.400
voor bevordering van leerling-mantri's tot mantri- 6.240
525-220
De raming is verhoogd met
14.580, voor regelmatige verhoogingen van bezoldiging;
- 8.400, voor bevordering in April 1917 van 10 adjunct-landmeters tot
landmeter
- 6.240, voor bevordering van leerling-mantri's tot mantri.