64 KOLONIAAL VERSLAG 1916 (SURINAME). Hoofdstuk P. 6. Opvieten en in kaart brengen van Domeingronden, enz. De sterkte van het personeel was op 31 December 1915: een wd. chef, een tijdelijke topograaf-landmeter, drie tijdelijke topographen en een klerk- teekenaar. Wegens beëindiging der metingen en berekeningen tot vastlegging van het net, gevormd door de kadastersteenen te Paramaribo en wegens de onmogelijkheid om tot hermeting der perceelen aldaar over te gaan, al vorens daarvoor eene regeling was getroffen, werd, op grond van gebrek aan werk, een tijdelijke topograaf-landmeter bij de brigade eervol ontslagen. 'Ierreinwerkzaamheden buiten Paramatibo. Met uitzondering van de hierna te noemen metingen in Coronie, werden uitsluitend lijnen gemeten die astronomische stations met elkander verbinden of punten die reeds door vroegere metingen waren vastgelegd. De metingen bleven allen binnen de vastgestelde grens (0.5 °/0). Het aantal dit jaar gemeten K.M. bedroeg 842,4, hetwelk gevoegd bij het aantal der tot op 31 December 1914 gemetenen zijnde 1203,6 K.M. in het geheel oplevert 204b K.M. Met de uitzondering van de Coronie-meting werden deze metingen ver richt met de boussole-tranche-montagne, ingericht tot afstandsmeter en voor zooverre mogelijk met den meetketting. De metingen „astronomisch station Gelderland" langs de beide oevers der Surinamerivier stroomopwaarts, werden aangesloten aan de pilaar, ge plaatst op Brokopondo, zijnde het begin der commissielijn-de Jong. Verdere voortzetting was voorloopig niet noodig. Voor de ligging van Brokopondo werd gebruik gemaakt van de berekening van die ligging door den luitenant ter zee Eilerts de Haan, afgeleid uit de ligging der door hem ingenomen observatie-plaats de Jong-West. Echter werd 25 minnten meer afwijking der magneetnaald in rekening gebracht dan door de commissie indertijd is aangenomen. Uit het verslag toch dier commissie blijkt dat zij de afwijking der mag neetnaald van het door haar gebezigde instrument bepaald heeft te Paramaribo. Met die afwijking is de commissielijn uitgezet. Bij twee gelegenheden is echter gebleken dat de afwijking te Brokopondo meer bedraagt dan te Paramaribo, en wel vooreerst bij het uitzetten der Noord-Zuidlijn bij het nabijgelegen Boschland door den kapitein Hinrichs, en voorts uit de thans door den topograaf-landmeter gedurende de metingen gedane azimuth- bepalingen, waaruit bleek, dat nabij Brokopondo de afwijking 25' meer bedraagt dan te Paramaribo. Met die verbeterde gegevens werd de ligging van Brokopondo bepaald

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1917 | | pagina 64