6
der Coppename-expeditie, Majoor L. A. Bakhuis, terwijl verder
door Kapitein L. Hinrichs op last van het Gouvernertient op
enkele plaatsen in de kolonie lijnen werden getraceerd en vast
gesteld in de richting van den plaatselijken meridiaan, zoodat de
landmeters volgens deze «ware» noordlijn de momenteele mis
wijzing hunner boussoles konden bepalen 1), doch luttel baat dit alles,
waar men ten opzichte van het ware azimuth der oudere grenslijnen
zoo geheel in het onzekere verkeert; wanneer dergelijke oude
grenslijnen indertijd door thans nog aanwezig dammen of pilaren
zijn vastgelegd, dan kunnen dikwerf verschillen worden gecon
stateerd van 5 a 7° 2)
En dan de toestand van het Archief der kaarten en warranden!
Veel van hetgeen door de nooit volprezen doortastendheid van
Gouverneur Mauricius werd saamgebracht om als grondslag en
bewijs te dienen voor de door anderen van het Gouvernement
verkregen rechten op den bodem, ging later weder te loor door
goedbedoelde doch ondoelmatige maatregelen der latere Overheid
en de zorgeloosheid van hen, die geroepen waren om orde in
den chaos te brengen.
Veel trouwens was reeds vroeger vernietigd door den feilen
brand, welke Paramaribo in 1821 teisterde.
Toen de teekenen des tijds ook de in Suriname «geadmit
teerde» landmeters noopten om zich nauwer aan een te sluiten
en met de steun van den Gouvernements-landmeter Loth
in 1905 aldaar de «Landmeters-Vereeniging» werd opgericht,
hield Loth voor hare den 29 Juli 1905 vergaderde leden de eerste
openbare lezing, getiteld: «Geschiedkundige Mededeelingen
Art. 15, 2 van het G. B. van 22 Febr. 1916, N°. 14, schrijft voor, dat de
landmeter, vóór hij te velde gaat, de afwijking zijner boussole-tranche montagne
moet bepalen volgens de N.-Z.lijn van het Gouvernements-plein te Paramaribo, terwijl
art. 16 dan verder zegt, dat hij ter bestemder plaatse gekomen, vóór den aanvang
der meting, de afwijking van zijn instrument moet bepalen door middel van waar
nemingen op de Zon, tenzij die afwijking op eene andere wijze kan worden bepaald.
2) Zie voor den gang en het bedrag der declinatie in Suriname het artikel «De
Aard-magnetische Elementen etc.» op blz. 97 etc. van jaarg. XXXI (19x5)
van het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde.
Zooals uit het laatste Koloniale Verslag (Zie pag. 64 hierachter) blijkt is de
«declinatie» der magneetnaald te Brokopondo 25' grooter dan te Paramaribo,
waarmede echter bij de uitzetting van de Commissielijn-de Jong geen rekening werd
gehouden.