79 een der in te stellen voorwerpen was gericht, had men den nul stand van het instrument. Door de kijker-alhidade daarna te richten op het andere voorwerp en na vastklemming dezer alhidade het geheele instrument zooveel te verdraaien, dat de kijker weder op het eerste voorwerp was gericht, kon nu op de bekende wijze zoo vaak worden «gerepeteerd» als men verkoos en men had dit nu slechts zoovele malen te herhalen, tot dat de beide boringen weder op korten en daardoor gemakkelijk uit te meten afstand van elkander kwamen, waardoor de grootte van den hoek, ook zonder verdeeling, bekend werd, als het ne gedeelte van een of meermalen 2 n, vermeerderd of verminderd met de boogmaat der uitgepaste kleine koorde. Ten behoeve van de nautische astronomie paste Mayer dit beginsel ook toe op de spiegel-instrumenten, door deze om te bouwen tot een vollen cirkel en merkwaardig genoeg werd hierbij weder alleen gedacht aan de vermindering van den invloed der verdeelingsfouten, daar zelfs ook nog bij den reflexie- cirkel van Bordageene diametrale noniën werden aangebracht ter elimineering van de excentriciteitsfouten; cjit had eerst plaats bij de latere spiegel-prisma-cirkels. Naast den reflexie-cirkel van Borda verscheen nu ook weldra de Borda'sche repetitie-cirkel voor astronomische en geodetische waarnemingen op vasten bodem en gedurende de eerste decenniën van de ige eeuw speelde de repetitie-methode nu eene groote rol. De raadselachtige in den regel onverklaarbare uitkomsten, welke er dikwijls mede werden verkregen, hadden echter in hoofdzaak slechts waarde in een tijd, dat de verdeelingsfouten nog een belangrijken factor in de resultateu der waarnemingen vertegen woordigden, doch langzaam aan gingen stemmen op tegen het bedenkelijke verschijnsel, dat aangeduid werd als het «medeslepen van den rand»blijkens onderzoekingen van Prof. Hk. J. Heuve- link te Delft schijnen tusschen schroef en moer optredende spanningen, melk e zich eerst langzamerhand vereffenen, bij dit verschijnsel eene belangrijke rol te spelen. Met eenvoudigen «dooden gang» heeft men hier blijkbaar niet te doen. IT. J. Heuvelink. «Het verschijnsel van het meesleepen van den limbus met de alhidade bij theodolieten en dergelijke instrumenten. Handelingen van het XlVe Nederlandsch Natuur- en Geneeskundig Congres, gehouden te Delft op 2729 Maart 1913, Bladz. 145, enz.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1917 | | pagina 79